(Uit "MEMO" seizoen '85-'86 nr. 2 december 1985, fragment)

HET EERSTE

Unitas   -    MEMO I    6½-3½     9-11-1985

Na het ongelukkige gelijk spel tegen BSG II volgde op 9 november de totale ontluistering: een vernietigende nederlaag tegen Unitas, waarvan verleden jaar nog met 7-3 gewonnen werd.
Na de overwinning op het VAS in de eerste ronde waren er die fluisterden: even winnen van het zwakke BSG en de degradatiekandidaat van verleden jaar Unitas, en MEMO staat op kop. Het Memo-team staat nu met panne langs de kant van de weg en gaat verder lopen.
Het was Ballon die in Groningen de toon aangaf. Hij liet zich afslachten door Brouwer, belust op wraak voor zijn vreselijke nederlaag tegen Roemersma verleden jaar.
In tegenstelling tot wat gebruikelijk is, was Günther nu als eerste klaar, maar van de nood een deugd makend verheugde hij zich er op nu eens de andere partijen goed te kunnen volgen. Dat beviel slecht en op de terugreis sprak hij bittere woorden.
Inderdaad werd het incasseringsvermogen van de toeschouwers zwaar op de proef gesteld. Pieter Melford voelde het aankomen en maakte zich ijlings uit de voeten. Een remise in elf zetten. Zo niet Pieter Kroon, na lange tijd niet gespeeld te hebben was hij vervuld van strijdlust, en hij sloeg een remiseaanbod af, maar kwam slecht te staan en verloor.
Repko stond de hele partij moeilijk maar verdedigde zich taai; in de tijdnoodfase kwam zijn tegenstander er eindelijk doorheen.
Hajo dacht twee uur lang over de eerste twaalf zetten na. In het vervolg kon hij een kwaliteit winnen, maar op twee verschillende manieren. Toen hij daarover ook nog eens een kwartier ging nadenken, gebeurde het welhaast onvermijdelijke: in de tijdnoodfase kon hij het bij elke zet uit maken, maar gaf uiteindelijk zijn materiaal weg.
Het lot van Jan Boekelman was akelig. Hij verloor ten onrechte elk geloof in eigen stelling en kunnen, en in zijn wanhoop wierp hij zich tussen de raderen van een afgrijselijk mechanisme:

boekelman Schematisch DIAGRAM.
Jan stond een kwaliteit tegen een pion vóór en na 1…Dc7 zou hij m.i. niet slecht gestaan hebben. Er volgt echter:
1….Db7 (gaat in een familieschaak staan)
2.Txd6 Dc8 (gaat uit het familieschaak en valt het paard aan, terwijl ook de toren nog in staat.)
3.Txf6! en uit.


Daarmee was onze nederlaag een feit en de tegenstander had medelijden met ons en bood Jan Roele en Hans Willem Capel in hun verloren stellingen remise aan.
Waarop wij ijlings het pand verlieten.
Slechts twee personen wisten zich aan de malaise te onttrekken: Enno Noordhoff, die een gave partij speelde, en Frans Hoepermans.

Op de terugweg moet ik ter hoogte van de 53e Noorderbreedtegraad boven mijn lectuur in slaap gesukkeld zijn.
"Duizendjarig dolen, wandelingen door de antieke wereld", had ik meegenomen om mij die lange middag af en toe even uit de arena te kunnen terug trekken.
In ruimte en tijd onthecht, had de vermoeidheid mij overvallen.
In mijn droom verplaatste ik mij naar lang vervlogen tijden, en bevond mij in een Romeinse taveerne.
"Die Romeinen hadden het wel bekeken", sprak een stem, die ik herkende als die van Frans Hoepermans, die bezig was de genietingen van het oude Rome breed uit te meten aan een enigszins bezorgd toeluisterende Repko. Hoep verkeerde in een staat van grenzeloos zelfvertrouwen, en dit zelfvertrouwen was kennelijk naar binnen aan het slaan. Gemeten naar zijn eetlust, was hij op dat moment in staat eigenhandig een geheel imperium te verorberen.
Bewonderend luisterde ik enige tijd toe, maar langzaam zakte ik weer weg, terwijl het gesprek zich verplaatste naar het onderwerp vis. Slechts enkele flarden drongen tot mij door, die zich lieten omroeren met schaakgedachten.
"Kabeljauw is makkelijk. Eventjes paneren en húp, in de Benoni!"


Unitas I   MEMO I   6½-3½   9-11-1985

J.J.Brouwer - G.J.Ballon 1-0
C.Kamstra - J.Boekelman 1-0
B.v.d.Marel - E.Noordhoff 0-1
H.Brongers - J.Roele ½-½
A.de Bruyne - P.Kroon 1-0
W.G.Fokkens - P.Melford ½-½
H.E.P.Bosveld - H.Jolles 1-0
J.Postma - J.F.Repko 1-0
J.Wellner - H.W.Capel ½-½
H.C.M.ten Doesschate - F.Hoepermans 0-1



Wim Nijenhuis

terug

(Uit "Memo" seizoen '85-'86, nr 3, februari 1986)

HET EERSTE

MEMO I - Groningen I     4 - 6

"Het kán", zei Hajo, "Aad is een geloofschaker, die moet er heel erg in gelóven."
Na de clubavond werd in café 'De Kwiebus' de opstelling voor de wedstrijd tegen Groningen besproken.
Enno had voorgesteld om Ballon aan het tweede bord te laten spelen, alleen hij zou in staat zijn de vreselijke Hoeksema tegen te houden. Wie moest dan het gat aan het eerste bord opvullen? Aad had laten doorschemeren graag tegen Christofoor Baljon te willen spelen, hij had een score van 1 1/2 uit twee tegen hem. Was het niet beter die mooie score zo te laten? In dat gesprek kwam Hajo met bovenstaande typering.
Wat een exacte beschrijving! De gebeurtenissen van 11 januari geven aanleiding tot diepgaande bespiegelingen over de werking van geest en materie, over wil en geloof.
Is Roemersma een medium?
Aad had besloten zijn geliefde Nimzowitsch-variant van het Siciliaans te spelen, maar op een plek waar de theorie gelijk spel belooft had de theorie geen gelijk en Aad geen spel en na een uur was het duidelijk dat Aad vreselijk ging verliezen. Ziet u zelf wat er verder gebeurde.

Baljon,C - Roemersma,A
1.e4 c5 2.Pf3 Pf6 3.e5 Pd5 4.d4 cxd4 5.Dxd4 e6 6.Lc4 Pc6 7.De4 f5 8.De2 Meestal spelen ze hier 8.exf6 8...Pb6 9.Lb3 Pa5 10.0-0 Pxb3 11.axb3 Pd5 12.Td1 b6 13.Pd4 Lc5 14.c4 Pc7 15.b4 Lxd4 16.Txd4 Lb7 17.Dh5+ g6 18.Dh6 De7 19.Td6 b5 20.b3 Lc6 21.Le3 Kf7 baljon-roemersma1 DIAGRAM (na 21…Kf7) 22.Txa7? (Vanaf de tiende zet was het duidelijk dat zwart met de pion op d7 gewurgd zou worden. Hij probeert zich nu met Pe8 gevolgd door d5 te bevrijden. Het is een dappere poging maar wit had de druk gemakkelijk kunnen vasthouden met 22.Lc5! Dd8 23.Pc3 Pe8 24.Td2 en als zwart nu zijn voornemen uitvoert met 24…d5 volgt 25.cxd5 Lxd5 26.Pxd5 exd5 27.e6+! Kxe6 28.Te1+ met vernietiging. Wat kan wit in zo'n stelling nog fout doen?
De tekstzet is de inleiding tot een serie manoeuvres die leiden tot stukkenruil, wat in het voordeel is van de beklemde zwartspeler, zodat er zelfs nog een eindspel in zicht komt.)
22... Txa7 23.Lxa7 Pe8 24.Ld4 (Nu moet wit nog meer ruilen, want na 24.Td1 komt nu wel d5) 24...Df8 25.Dh4 Pxd6 26.exd6 Dd8 27.Dh3 Dg5 28.f4 Dd8 29.Pc3 h5 30.Lxh8 Dxh8 31.De3 Da8 32.Pxb5 Da1+ 33.Kf2 Db2+ 34.De2 Dxb3 35.Pd4 Dxb4 36.Pxc6 Dc5+ 37.De3 Dxc6 38.c5 Da8 39.Dd4 Da2+ 40.Kg3 h4+ 41.Kxh4 Dxg2 42.h3 Df3 43.Dd2 e5 baljon-roemersma2DIAGRAM na 43…e5 Zwart heeft al het mogelijke gedaan en het is een wonder dat vanuit het eerste het tweede diagram is ontstaan. De witspeler bood dan ook na het uitvoeren van zijn 43e zet remise aan. Toen Aad daarop antwoordde met 43…e5 ontstond er een zenuwachtig gefluister onder de toeschouwers. Iedereen zag het: zwart ging winnen. Het valt niet te ontkennen: Wie na dergelijke verschrikkingen doorstaan te hebben nog de kracht vindt om door te spelen als hij remise krijgt aangeboden, moet, alleen al om die reden, gewonnen staan. Het is dan enkel nog gepast om die varianten te zoeken die dit oordeel ondersteunen.
Zó was de magie waarmee Aad zichzelf, Baljon en de hele zaal betoverde.
Baljon, hij zocht en vond:
44.fxe5?? f4! En wit gaf op omdat mat niet te verhinderen is.
Alleen Van de Loo, zelf een vermaard illusionist, hield hier het hoofd koel en stelde 44.c6! voor. Dat werd door beide spelers ongeduldig verworpen. 44…Dxc6 met een gewonnen eindspel, dat had Baljon zelfs nog wel gezien.
Misschien is dat ook wel zo, maar zo erg eenvoudig is het ook weer niet, het lijkt nog een partij te zijn.
Ziehier de voorlopige bevindingen van Van de Loo, vlak na de partij:
A. 44...exf4 45.Da2+ Kg7 46.Db2+ Kh7 47.Kg5 Dxc6 48.De5!=
B. 44…Dxc6 45.Da2+ Kf6 (45...Kg7 46.Db2) 46.Dg8! en nu
      B1. 46... De4 47.Df8+ Ke6 48.De7+ Kd5 49.Kg5! Dxf4+ 50.Kxg6 Dg3+ 51.Kxf5 Dxh3+ 52.Kf6=
      B2. 46… exf4 47.Dh8+ Ke6 48.Df6+! Kd5 49.Dxg6 Dxd6 (Hajo verbeterde dit later met 49...Ke5, maar ook dat is niet geheel duidelijk volgens mij, wit geeft schaakjes tot de koning f5 los laat. ) 50.Dxf5+ Kd4 51.Kg4 Ke3
Dit mag dan allemaal een wat voorlopig karakter dragen, het is in ieder geval duidelijk dat Baljon zo had moeten spelen.
Baljon kan trouwens wel beweren dat hij iets gezien had, ik ben niet geneigd van deze persoon, in deze toestand, ook maar enige uitspraak te geloven. …………………………

Wim Nijenhuis


MEMO I      Groningen I     4   6

A.W.Roemersma 2142 - Chr.Baljon 2292 1 0
G.J.Ballon 2262 - E.Hoeksema 2287 ½ ½
J.Boekelman 2039 - B.Westra 2210 0 1
E.Noordhoff 2173 - D.Webbink 2202 0 1
J.Roele 2103 - H.Polee 2150 ½ ½
P.Melford 2048 - J.Houtman 2103 ½ ½
H.Jolles 2043 - H.Alberts 2061 ½ ½
H.W.Capel 2012 - H.Bruin 2152 ½ ½
J.F.Repko 2000 - J.Brenninkmeyer 2297 0 1
F.Hoepermans 1955 - D.Schweizer 2089 ½ ½

Aad reageerde nog in hetzelfde nummer:

terug

(Uit "Memo" seizoen '85-'86, nr 3, februari 1986)

Commentaar op het commentaar van Wim.

(bij Baljon-Roemersma) Na de partij dacht ik aanvankelijk theorie te hebben gespeeld, maar 7….f5 hoort in een variant van de gesloten siciliaan thuis, waarbij dan c3 is gespeeld. Mijn zet 27…Dg5 was slecht. Ik speelde op f4, Dxf4, gevolgd door eeuwig schaak. Na f4 zag ik dat dat niet kon doordat veld c3 ook nog door Lh8 wordt bestreken. Tot zover lof. Nu nog even het eind: Erg erg erg mooi? Die varianten zijn erg mooi en correct allemaal, alleen….: zwart speelt geen exf4 of Dxc6 maar 44…g5! Met als mogelijk vervolg 45.fxg5 (Kxg5 loopt mat) f4. 46.Dd1 Kg6 en mat op h5. Overigens wordt de mooiste zet van de partij in deze commentaren wat onderbelicht. Alle varianten gaan alleen op met de witte dame op d2. Daarom speelde zwart 42…Df3, waarna wit in tempodwang is (in een dameeindspel NB) en de enige zet Dd2 is.

Aad Roemersma

(Noot red.: de opmerkingen van Aad en van Baljon, dat na c6 Lxc6 wint sloegen dus op de situatie na 42….Df3, wanneer 43.c6 Dxc6 inderdaad wint)

Dit was echter niethet eind van de discussie, zie: GEKAAKT

terug

(Uit "Memo" seizoen '85-'86, nr 4, mei 1986)

GEKAAKT

baljon-roemersma2DIAGRAM Op wereldwonderen kun je niet vaak genoeg terugkomen. Daarom nogmaals de stelling uit de partij Baljon-Roemersma. In de euforie over de wonderbaarlijke wederopstanding kon natuurlijk weinig aandacht besteed worden aan de suggestie van Van de Loo om door middel van 44.c6 te ontsnappen. In het vorige nummer deed Roemersma dit nog minzaam glimlachend af met 44…g5 en de mededeling dat wit na 45.Kxg5 mat loopt. Helaas is dat helemaal niet zo! Wit eet gewoon alles op: 44.c6 g5+ 45.Kxg5 Dg3+ 46.Kxe5 De6 48.Kd4 Dxd6 49.Ke3 en wit heeft minstens remise. Het blijft fascinerend dat af en toe, en zelfs vaker, de meest gulzige varianten het meest opleveren.

Cristophe van de Loo

Dit was echter niet het eind van de discussie, zie: Op wereldwonderen kun je niet vaak genoeg terugkomen

terug

(Uit "Memo" seizoen '85-'86, nr 4, mei 1986)

Legaal is ook niet alles

Het probleemschaak is een rijke en boeiende tak van het schaakspel. De meeste wedstrijdspelers staan er nogal onwennig tegenover; zij houden al die problemen liefst uit hun buurt. Maar stel je eens voor welke nieuwe schatten je zou kunnen ontdekken in de wereld van de Grimshaw, de interferentie, het zelfmat, de retrograde, de Nowotny, enzovoorts. Het lijkt mij eindeloos interessant en als ik over een heleboel jaar met de VUT ga, zal ik me er beslist in gaan verdiepen.
Probleemcomponisten en -oplossers zijn niet tevreden met het scheppen en aanschouwen van hun kunst. Daarom organiseren zij wedstrijden, waarin een jury problemen beoordeelt op hun schoonheid. Een vreemde gang van zaken, net zo vreemd als literatuurprijzen en muziekcomponeerwedstrijden. Want wat is schoonheid? Een niet onbeantwoordbare, maar wel zeer moeilijke vraag. Ook in het probleemschaak weet men niet precies wat mooi is. Wel is men het eens over enkele lelijke zaken, zoals gepromoveerde stukken en illegale stellingen. Persoonlijk zou ik niet weten waarom een stelling met gepromoveerde stukken lelijk is. Zijn probleemcomponistenwedstrijdjuryleden principieel tegen de promotieregel? Zo nee, wat hebben zij dan tegen gepromoveerde stukken?
Met illegaliteit ligt het anders. Even voor de duidelijkheid: een stelling is illegaal wanneer zij niet via een reglementaire schaakpartij bereikt kan worden, bijvoorbeeld als wit twee dubbelpionnen heeft terwijl er maar één zwart stuk ontbreekt. Dergelijke stellingen kunnen geen aanspraak maken op een eerste prijs in een compositiewedstrijd. Men vindt ze niet mooi. In dit artikel zal ik proberen duidelijk te maken waarom ik het hiermee niet eens ben.
Hoe ziet een schaakpartij eruit die leidt tot een legale probleemstelling? Schaakproblemen hebben zo weinig met normaal wedstrijdspel te maken dat de kans om de stelling van een legaal probleem te bereiken via een partij onder normale omstandigheden, nul is. Als je dus een dergelijke stelling wél via een partij wilt kunnen bereiken (en dat willen de juryleden blijkbaar) moet je de omstandigheden abnormaal maken. De spelers moeten niet spelen om te winnen, maar om die speciale stelling op het bord te krijgen. Zij moeten hiervoor elk een goed plan hebben, en die twee plannen moeten elkaar niet op de een of andere manier dwarszitten. Het zou het beste zijn als de wit- en de zwartspeler elk een systeem van regels hebben volgens welk zij moeten spelen. ze gehoorzamen dan die regels en op den duur rolt de gevraagde stelling eruit.
Om te illustreren hoe dergelijke regels eruit zouden kunnen zien heb ik twee systemen opgesteld, één voor wit en één voor zwart, m.b.t. de DIAGRAMstelling. legaalDIA Dit is geen schaakprobleem; de wederzijdse matten in één zijn even makkelijk als lelijk. De stelling is interessant omdat zij op het nippertje legaal is. Wit en zwart hebben beiden alle pionnen gepromoveerd. Die pionnen zijn elkaar gepasseerd en daarvoor hebben ze stukken moeten slaan. Het blijkt straks dat er precies zoveel stukken ontbreken als er voor dat passeren geslagen moesten worden. Het steekt allemaal erg nauw en er kan van alles misgaan als de spelers niet goed 'gecoacht' worden.
De regels, die ik dadelijk laat volgen, zijn op dit 'promoveerschema' gebaseerd: wit promoveert twee pionnen op elk van de velden b8, d8, f8 en h8, evenzo zwart op a1, c1, e1 en g1. Eerst helpt zwart wit bij het promoveren van de witte pionnen en als dat gebeurd is, worden de rollen omgedraaid.
Er zijn drie soorten regels: de gewone regels, die de uitvoering van bovenstaand plan regelen, en daarna het bereiken van de diagramstelling; de verbodsregels, die ongelukken (zoals voortijdig mat) voorkomen, en de keuzeregels, die de keuze bepalen tussen overigens gelijkwaardige zetten. De gewone regels zijn voor wit en zwart verschillend, de andere niet.
Hoe de regels te gebruiken? Loop de gewone regels af in volgorde van nummering, totdat je er een vindt die van toepassing is. dit levert één of meer zetten op. Ga dan alle verbodsregels na en schrap verboden zetten. Als er dan nog meer dan één zet over is, kies dan een zet met behulp van de keuzeregels, die je daarbij ook in volgorde van nummering afloopt. Als geen enkele gewone regel van toepassing is, kies dan met behulp van de keuzeregels tussen alle niet-verboden zetten. Als al je gewone-regelzetten door de verbodsregels geschrapt worden, speel dan zodanig dat zo snel mogelijk één van die zetten wél toegestaan is.
Er zijn vijf standaardsituaties, aangegeven door A t/m E. Als een regel begint met bijvoorbeeld "Indien B: …" is hij alleen van toepassing als we inderdaad in situatie B zijn.
U, lezer, kunt nu twee dingen doen. U leest gewoon door, of u slaat het volgende, nogal formele, deel over en gaat de partij naspelen die tot de diagramstelling leidt. Ik zal in het commentaar bij die partij herhaaldelijk naar de regels verwijzen, zodat u ze dan op natuurlijke wijze alsnog tegenkomt.

De standaardsituaties

  • A. Het aantal witte pionnen is twee keer zo groot als het aantal zwarte lichte stukken. (Bijvoorbeeld de beginstelling.)
  • B. Het aantal witte pionnen is groter dan twee maal het aantal zwarte lichte stukken, en er zijn meer witte dan zwarte lichte stukken. ("Wit heeft meer geslagen dan zwart.")
  • C. Er staan geen witte pionnen op het bord.
  • D. Er staan geen pionnen op het bord.
  • E. Er staan geen pionnen op het bord, en de witte koning en dame staan op respectievelijk d6 en d5, en de zwarte koning en dame staan op respectievelijk e3 en e4.

De gewone regels (1 t/m 10 zijn voor wit, de andere voor zwart)

  • 1. Ontruim het veld boven de bovenste, meest linkse witte pion. (Ontruimen betekent in deze context: verlaten, en zo snel mogelijk naar een andere lijn.)
  • 2. Indien A: Ontruim het veld rechts boven de meest linkse witte pion.
  • 3. Indien A: Doe een slagzet.
  • 4. Doe een pionzet met een der meest linkse witte pionnen.
    (De eerste vier regels beogen de witte promoties in goede banen te leiden.)
  • 5. Indien B: Speel zo snel mogelijk een licht stuk (een loper, indien aanwezig) naar de lijn links naast de meest linkse witte pion(nen), tussen de rij onder de bovenste van die pion(nen) (als het er maar één is, is die de bovenste) en de rij waarop de zwarte pion staat die zich bevindt op de lijn van die meest linkse witte pion(nen). Dit klinkt ingewikkelder dan het is; als bijvoorbeeld wit een pion op d3 heeft en zwart op d5, dan moet er een stuk naar c3 of c4.
  • 6. Indien C: Ontruim de velden onder de onderste der meest linkse zwarte pion(nen).
  • 7. Indien C: Zorg dat zwarte stukken onder de onderste der meest linkse zwarte pion(nen) verplaatst kunnen worden zonder de verbodsregels te overtreden.
    (Regels 5 t/m 7 helpen zwart bij diens promotie.)
  • 8. Indien D: Speel zo snel mogelijk de dame naar d5.
  • 9. Indien D: Speel zo snel mogelijk de koning naar d6.
  • 10. Indien E: Speel zo snel mogelijk een toren naar een van de velden a7, a8 t/m h8 en h7.
  • 11. Indien A: Speel zo snel mogelijk een licht stuk (een loper, indien aanwezig) naar de lijn rechts naast de meest linkse witte pion, tussen de rij waarop die witte pion staat en de rij boven de zwarte pion die op de lijn van de meest linkse witte pion staat (vgl. regel 5).
  • 12. Indien B: Ontruim het veld linksonder de zwarte pion die zich op de lijn van de meest linkse witte pion bevindt.
  • 13. Indien B: Doe een slagzet.
  • 14. Ontruim de velden boven de bovenste der meest linkse witte pion(nen) op de b-, d-, f- of h-lijn.
  • 15. Zorg dat de witte stukken boven de bovenste der meest linkse witte pion(nen) verplaatst kunnen worden zonder de verbodsregels te overtreden.
  • 16. Indien C: Ontruim het veld onder de onderste der meest linkse zwarte pion(nen).
  • 17. Indien D: Speel zo snel mogelijk de dame naar e4.
  • 18. Indien D: Speel zo snel mogelijk de koning naar e3
  • 19. Indien E: Speel zo snel mogelijk een toren naar een van de velden a2, a1 t/m h1 en h2. Bezet a2 en h2 pas als respectievelijk a1 en h1 al bezet zijn.

De verbodsregels

Verboden zijn:

  • a. Matzetten.
  • b. Promoveren tot een ander stuk dan een toren.
  • c. Pionnenblokjes van de volgende vorm creëren: een witte op de a-, c-, e- of g-lijn, één er direct rechts naast en twee zwarte direct tegenover die twee, bijvoorbeeld wit a3 en b3 en zwart a4 en b4; of een witte op de a-, c-, e- of g-lijn, één er rechts boven en twee zwarte direct tegenover die twee, bijvoorbeeld wit e3 en f4 en zwart e4 en f5. Dergelijke pionnenblokjes zouden alles verpesten, bijvoorbeeld in het tweede geval: e3 kan niet gewoon zetten en moet dus een stuk op f4 slaan. Dan moet pion f4 dus weg, dus ook f5 (want de f-pion moet naar f8). Maar f5 kan ook niet zetten en moet dus op e4 een stuk slaan. Dan moet pion e4 weg, maar dat kan weer alleen als e3 weg is. De situatie lijkt op die van het liedje Er zit een gat in de emmer. De domme hoofdpersoon uit dit liedje moet een gat in een emmer repareren. Daarvoor heeft hij stro nodig. Dit is te lang, dus moet hij het snijden. Het mes is te bot, dus moet hij dat slijpen. De slijpsteen is te droog, dus heeft hij water nodig. Dat moet hij halen met een emmer, maar de emmer is kapot, enzovoorts.
  • d. Andere slagzetten doen dan 'pion staat licht stuk'. Wit mag alleen naar rechts, zwart alleen naar links slaan (vanuit de 'lezer' gezien, dus zwart mag wel bxa3 spelen, maar geen bxc3).
  • e. De vijandelijke koning of een vijandelijk licht stuk het spelen beletten van andere zetten dan de zetten die door de overige verbodsregels verboden worden.
  • f. De volgende constellaties vormen: witte koning op e1 en zwarte pionnen op e3 en f4, of op e3 en f3, of op e2 en f4. De reden voor dit verbod is dat deze formaties kunnen leiden tot de zwarte dubbelpion e2-e3, wat met de witte koning op e1 wegens regel e verboden is: de koning kan niet meer weg. Deze regel verbiedt natuurlijk ook de zet Ke1 als één van de genoemde pionnenformaties al bestaat. Verder geldt de regel analoog als de witte koning op a1, c1 of g1 staat en ook als de zwarte koning op b8, d8, f8 of h8 staat. Bijvoorbeeld witte pionnen op g5 en h6 en een zwarte koning op h8 is een verboden constellatie.
  • g. (Deze geldt voor wit alleen.) De zet c5-c6 spelen als eerder al a5-a6 is gespeeld.
  • h. (Deze geldt voor zwart alleen.) De zet d4-d3 spelen als eerder al b4-b3 is gespeeld.

De keuzeregels

  • k1 Bij de keus van een stuk om mee te zetten is de 'voorkeursvolgorde' pion, loper, paard, toren, dame, koning.
  • k2 Zet het stuk waarmee gespeeld wordt, zover mogelijk naar links.
  • k3 Zet het stuk waarmee gespeeld wordt, zover mogelijk naar boven (voor de witspeler) of naar beneden (voor de zwartspeler).
  • k4 Zet met het meest linkse stuk.
  • k5 Zet met het bovenste (voor de witspeler) of onderste (voor de zwartspeler) stuk.

Dat was dat. Nu moet ik twee spelers vinden. Aangezien ik denk dat niemand zich voor dit doel wil lenen, verzin ik er twee: prinses Bianca en keizer Nero.









 

 
Ware OpeningA00

Bianca
Nero


1. a4 We bevinden ons in situatie A. De regels 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing en dus gehoorzaamt Bianca de regels 4, k2 en k3. We bevinden ons in situatie A. De regels 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing en dus gehoorzaamt Bianca de regels 4, k2 en k3. 1... b5 Regel 11: er moet een loper naar b5, b6 of b7. Nero's zet doet dit op zijn snelst. 2. a5 Lb7 3. a6 Pc6 De opdracht van regel 11 is vervuld, nu gehoorzaamt hij regel 14. 4. axb7 a5 We zijn in situatie B beland, maar regels 12 en 13 zijn niet van toepassing. Nero heeft dus 'vrije tijd' (want ook andere regels zijn niet van toepassing) en gebruikt deze volgens k1, k2 en k3. 5. b8=T En dat is een. 5... b4 Doordat b7 gepromoveerd is, is regel 14 van toepassing: zo snel mogelijk weg van de b-lijn). 6. b3 a4 7. La3 Regel 5. 7... bxa3 8. b4 a2 9. b5 a3 10. b6 d5 11. b7 d4 Merk op dat Nero's vrijetijdszetten nutig worden besteed. 12. Tc8 Regel 1. De toren maakt zonder jaloezie zijn veld vrij voor de promotie van de volgende pion. 12... d3 DIAGRAM. Deze pion zal het Bianca moeilijk maken. 13. b8=T e5 Doordat er een witte pion verdwenen is, zijn we weer in situatie A. Er moet een zwarte loper naar de d-lijn. 14. c4 Ld6 15. c5 Kf8 Volgens regel 14 moeten de velden boven de d-pionnen worden ontruimd. Dit is de snelste methode. 16. cxd6 De8 17. d7 e4 18. d8=T e3 Ho! Is dit geen verboden pionnenblokje (verbodsregel c)? Nee, want de d-pionnen staan links van de e-pionnen. Omdat de witte e-pion naar rechts moet slaan, kan dit blokje wel worden opgelost. 19. g4 We zijn weer in situatie B. Bianca moet haar loper via een moeizame omweg naar c2 spelen. 19... f5 20. Lg2 g5 Niet f5-f4 wegens verbodsregel f. 21. Ld5 h5 22. Lb3 h4 23. Lc2 dxc2 24. d4 Eindelijk los. 24... c1=T Dit buitenkansje laat Nero niet liggen. 25. d5 h3 26. d6 Pa5 De pionzetten zijn op. Deze zet is gevolg van keuzeregels 1, 2 en 3. 27. d7 c5 Dit lijkt in strijd met regel 15: zwart moet immers zorgen dat Td8 weg kan. Nero heeft echter gezien wit hier dit zelf net zo snel kan bewerkstelligen. 28. Tc7 c4 29. Tdc8 c3 30. d8=T Pb3 DIAGRAM. Volgens regel 11 moet er zo snel mogelijk een paard naar f3. 31. f4 Niet volgens regel 4, want e2 kan niet spelen, maar volgens k1. 31... Pd4 32. Pd2 Pf3+ 33. exf3 Pe7 Om alvast de f-lijn te ontruimen. 34. Pe4 fxe4 35. f5 Kg7 36. f6+ Kg6 37. f7 c2 38. f8=T e2 39. f4 Pc6 Niet 39...e3 wegens verbod f. 40. f5+ Kh6 41. f6 Pa5 42. f7 Pb3 43. Tg8 Pa5 44. f8=T Pb3 Situatie A: op weg naar h5. 45. Pf3 Voorlopig kan Bianca alleen maar wachten tot de weg voor de pionnen weer vrij is. 45... Pc5 46. Pd4 Pd3+ 47. Kd2 Pf4 48. Pb5 Ph5 49. gxh5 Th7 50. Pa7 Tg7 Volkens k2 zou je Td7+ verwachten, maar dan kan de zwarte koning daarna niet meer spelen. Tg7 is de snelste manier om de h-lijn te ontruimen. 51. Pb5 Kh7 52. h6 Kg6 53. h7 e1=T 54. h8=T e3+ 55. Kc3 e2 56. Pd6 Op weg naar g2 om zwart te assisteren. 56... g4 57. Pf5 g3 58. Pe3 Ta4 g3-g2 mag niet wegens regel 12: dat veld moet vrij blijven. 59. Pg2 hxg2 60. h4 g1=T 61. h5+ Kg5 62. h6 g2 63. h7 Ta5 Bianca's torens staan zodanig in de knoop dat Nero een frustrerend aantal nutteloze torenzetten moet doen. 64. Tff7 Ta4 65. Tgf8 Ta5 66. Thg8 Ta4 67. h8=T Ta5 68. Tab1 Bianca is klaar met de promoties. We zijn in situatie C en Bianca moet op haar beurt Nero gaan helpen (regel 6). De zwarte promoties tot nu toe zijn als het ware bij toeval ontstaan. 68... a1=T 69. Ta8 Vrije tijd. 69... a2 70. Tbb8 Ta1 stond ingesloten. 70... Tab1 71. Taa7 a1=T 72. Taa8 Tb2 73. Taa7 Tcb1 74. Taa8 c1=T+ 75. Dc2 Ted1 76. Taa7 e1=T 77. Taa8 Tgf1 78. Taa7 g1=T DIAGRAM. Een historisch moment is bereikt: we zijn in situatie D. Vanaf nu hoeven de stukken 'alleen nog maar' naar de juiste velden te worden gedirigeerd. 79. Tb3 Regel 8. De dame moet worden ontpend. Het witte plan is nu dus Kb4, maar eerst gooit Nero per ongeluk roet in het eten. 79... De4 Hij volgt gewoon regel 17. 80. Td4 Taf5 Om met de koning de f-lijn te kunnen oversteken. 81. Kb4 Kf4 Het is mooi om te zien hoe de koningen door dit mijnenveld worden begeleid. 82. Dc6 Tc3 83. Dd5 Ke3 84. Tcc4 Tba2 En dit is al regel 19. 85. Kc5 T5f2 Op weg naar c1. De witte toren op b3, die Tc3 gepend houdt, is zeer hinderlijk. Zou Bianca dat expresdoen? 86. Kd6 Tfc2 87. Taa8 Tcc1 88. Tbb8 Zie je wel! Precies op het moment dat het veld c1 al door een andere toren is ebzet, heft Bianca de penning op. 88... Tca3 Ook Th1 staat in de weg. Het is ongetwijfeld een record dat een stuk pas op de 90e zet zijn eerste zet doet. 89. Tfa7 Ta4 90. T1h7 T7g2 91. T4c7 Th2 92. Tcd7 Thh1 93. Tdd8 Tab4 94. Tdc4 T4b2 95. T4c7 Tbh2 Taak volbracht. 96. Tce7 Maar Bianca is nog niet klaar. Door zetdwang moet Nero zijn werkstuk tijdelijk afbreken. Het liefst zou hij misschien een of ander persterig schaakje toedienen, maar de keuzeregels gebieden: 96... Ta3 97. Tee8 T3a2 1/2-1/2

 
Het is gelukt: de eerste diagramstelling is inderdaad legaal. Maar als illegaliteit bestaat bij de gratie van dit soort partijen, dan zou ik, als ik een schaakprobleem was, net zo lief illegaal zijn.

Paul Janse

terug

(Uit "Memo" seizoen '85-'86, nr 5, september 1986)

Op wereldwonderen kun je niet vaak genoeg terugkomen.

Daarom nogmaals Baljon-Roemersma. baljon-roemersma3DIAGRAM Roemersma speelde 43…. e5 en won na 44.fxe5? f4, maar na 44.c6! (Van de Loo) is het waarschijnlijk remise. Wie de varianten uit de vorige twee clubbladen optelt komt vanzelf op de juiste zet: 43… g5! Wint. Men zie: 44. fxg5 (Kxg5 loopt mat!) Kg6! En nu: a) 45. Dd4 e5 46.Dxe5 Df2+ 47.Dg3 Dd4+ en wint b) 45. c6 e5 46.cxd7 f4 47.Dc2+ e4 48.Dxe4+ Dxe4 49.d8D De1+ en mat.




Jos ten Hacken


Noot: In de negentiger jaren werd deze stelling gebruikt om de snelheid van verschillende computersystemen te vergelijken. Dit was de zogenaamde "Roemersma-test", het ging daarbij om de tijd die Fritz nodig had om 43...g5 aan te wijzen als de winnende zet (Waardering +6). Tegenwoordig -anno 2007- is dat een fluitje van een cent en mijn huidige systeem doet daar een seconde of 5 over. Maar ik herinner me dat indertijd -5 april 1993- mijn XT met zijn Intel 8088 microprocessor en Fritz2 er elf uur over deed, en zelfs toen nog niet zag dat het mat loopt -ik had zwaar de pé in, want Paul Janse had een 486-systeem dat de klus in een half uur klaarde-.(WN)
In 1986 hadden we er enkele maanden voor nodig!

Test zelf de snelheid van uw computersysteem en download de partij Baljon-Roemersma in PGN-formaat
Laat me uw benchmark weten! Ik ga dat vermelden!

Ik zet zelf het eerste benchmark:
Nijenhuis -nu zou ik mijn hele configuratie moeten vermelden- : 4 seconden, ik denk eerlijk gezegd dat we inmiddels een scherpere benchmark nodig hebben, met een iets moeilijker opgave. Ik heb iets in gedachte.


terug
terug