{jcomments on}In de vierde ronde wisten zeven spelers van het geplaagde Zevende onlangs de draad van de voorgaande seizoenen in de Promotieklasse weer op te pakken. Voor potentiële invallers was het Zevende momenteel kennelijk te onaantrekkelijk, en al helemaal bij een uitwedstrijd in het verafgelegen Amstelveen tegen Zukertort-4. Dat betekende bij aanvang al een reglementaire 0-1 achterstand, maar desondanks kon uw teamleider de wedstrijd al spoedig zonnig inzien.
Aan bord 8 speelde Wim eindelijk eens een partij zoals hij wilde: pionoffer voor initiatief tegen de vijandelijke koning, dat ook na dameruil voortduurde en na nog een fout van wit spoedig tot winst leidde: 1-1. Intussen had ik aan bord 1 zelf een Svesjnikov te bestrijden gekregen. In de woorden van de vroegere US-kampioen Paul van der Werve “een klereding”, en zo heb ik er ook altijd over gedacht, maar de tijden zijn veranderd. Met een moderne aanpak wist ik de zwarte koning daar te krijgen waar hij in deze opening zelden terechtkomt: mat. Ter leringhe ende vermaek bijgesloten (ditmaal hopelijk echt). Ook aan de andere borden zag het er kansrijk voor de onzen uit, en ik begon al te dagdromen over een volkomen overwinning. Maar de oorzaken of naweeën van de slechte seizoenstart bleken nog niet geheel overwonnen binnen de gelederen van het Zevende. Eerst verzuimde aan bord 7 Erik zijn na een sterk pionoffer verkregen koningsaanval af te ronden. In het eindspel dat was ontstaan had hij wel enkele pionnen meer, maar de tegenstander had een veropgerukte vrijpion waar wit niet goed bij kon komen, en Erik moest in remise berusten. Inmiddels was de tijdnoodfase aangebroken, maar toch was het halve puntverlies dat Theodoor met zwart aan bord 6 leed nog ernstiger. In een toreneindspel met een pion meer kon hij de tegenstander eenvoudig in zetdwang brengen, waarna hij nog een tweede pion zou winnen en de stelling simpel zou kunnen uitschuiven. In plaats daarvan deed hij een “actieve” zet, die echter gewoon een goede pion ruilde tegen de ten dode opgeschrevene van zijn tegenstander. Wijselijk deed Theodoor daarna geen pogingen meer het toreneindspel met 2 tegen 3 pionnen op één vleugel te winnen, maar accepteerde het tactisch geplaatste remiseaanbod van zijn tegenstander. Alweer een tegenvaller, maar niettemin stonde het intussen 4-2 voor ons, omdat Sander met wit op bord 3 zijn elementaire toreneindspel intussen wèl tot winst wist had weten te voeren. En er zat nog meer aan te komen, want Jurgen had met wit op 5 al de hele partij beter gestaan en was inmiddels in een eindspel twee pionnen voorgekomen, met 20 tegen 2 minuten op de klok. Gedane zaak zou je denken, maar nee, onze man begon te schutteren en tenslotte werd hij zelfs nog in de laatste seconden van zijn tegenstander matgezet. Auw! Gelukkig voor het Zevende had Theo met zwart op bord 4 de hele avond geen krimp gegeven toen hij in moeilijke stelling was geraakt. Toen de laatste seconden begonnen weg te tikken kwam hij in opnieuw een toreneindspel zelfs een pionnetje voor, en kon hij de matchpunten veiligstellen door remise te geven. Het Zevende is nog niet helemaal de Oude, maar de weg terug is ingeslagen!
Westera, Bert (1929) - Laarhoven, Marcel (2066), 2012.01.06