Een tijdje terug besloot ik vrij te nemen voor de laatste twee weken van mei. Ik had niks speciaals gepland, maar bij toeval kwam ik erachter dat drie van mijn clubgenoten bij Caïssa Amsterdam een toernooi in Liechtenstein gingen spelen, precies in deze periode. Ik ging op zoek naar accommodatie, en toen ik een klein maar fijn appartement vond, besloot ik dat ik het maar moest gaan proberen!
Na een vlucht naar Zürich en een trein naar Sargans (Zwitserland) werd ik opgehaald door Yvonne, een heel vriendelijke eigenares van mijn appartement. We sprongen in de auto, en al snel kon ik nóg een land toevoegen aan mijn groeiende lijstje van plekken waar ik geweest ben: Liechtenstein. En wat een vreemd maar mooi land is dat!
Officieel heet het Vorstendom Liechtenstein, en het bevindt zich volledig in de alpen, tussen Zwitserland en Oostenrijk. De oppervlakte van dit belastingparadijs slechts iets meer dan 160 vierkante kilometer en er wonen zo’n 35,000 mensen. Behalve heel erg klein is Liechtenstein beroemd als rijkste land ter wereld als je kijkt naar bruto nationaal product per inwoner.
Maar wat me vooral zal bijblijven zijn de schitterende vergezichten van de alpen. Mijn vrienden uit Amsterdam hadden een appartement gehuurd in Triesenberg, een kleine plaats ongeveer vierhonderd meter hoger gelegen op de berg, en vanaf daar was het uitzicht werkelijk schitterend:
Er werd geschaakt in het gemeentehuis van Triesen, in het dal, waar ik ook verbleef. Naast een open groep was er ook een seniorengroep, en dit jaar deed een schaaklegende mee: Nona Gaprindasjvili uit Georgië, the dameswereldkampioene tussen 1962–1978 en de eerste vrouw die die IGM-titel behaalde. Uiteindelijk won ze het toernooi samen met IM Laszlo Eperjesi uit Hongarije (tegen wie ik in 2007 zelf nog gespeeld heb in Boedapest) en Christoph Frick uit Duitsland.
Het hoofdtoernooi werd gewonnen door de als eerste geplaatste speler: de 23 jaar oude grootmeester Sebastian Bogner uit Duitsland. Hij was de duidelijke favoriet met 116 Elo-punten meer dan nummer twee GM Sergey Kasparov, en hij eindigde uiteindelijk met 7.5/9 ongedeeld eerste, een half voor… ondergetekende!
Jazeker, deze eenvoudige 2215-speler slaagde erin om ongedeeld tweede te eindigen, voor acht GM’s en vijf IM’s! Het was absoluut mijn beste resultaat ooit, natuurlijk dicht gevolgd door Amsterdam 2004, waar ik mijn eerste IM-norm scoorde.
Dit is misschien een goed moment om nog één keer mijn partij uit de laatste ronde van tien jaar geleden te laten zien. Ik moest een 2512-speler verslaan voor een norm, en op de een of andere manier lukte dat, waarbij ik tweemaal een toren op c3 en prise zette:
Stellwagen, Daniel (2509) - Doggers, Peter (2246), 2004.07.25
Wat gebeurde hierna? Nou, dankzij dit toernooi steeg mijn FIDE-rating naar 2292, ik was ervan overtuigd dat ik nu wel FM zou worden en misschien kon ik gaan proberen een tweede norm te behalen. Ik speelde nog wat toernooien, versloeg nog wat IM’s, remiseerde nog met een paar GM’s, maar ik kwam nooit meer in de buurt van mijn resultaat Amsterdam.
In 2006 begon ik met de blog Doggers-schaak, in 2007 richtte ik ChessVibes op en in de laatste zeven jaar heb ik al mijn energie in die website gestopt, want het werd ook mijn bedrijf. Ik bleef schaken, maar na een paar toernooien in 2007 ging ik veel minder spelen. De laatste paar jaar speelde ik ongeveer een toernooi per jaar, naast mijn partijen voor de KNSB en wat interne potjes. Eerlijk gezegd had ik mijn motivatie om zelf te schaken een beetje verloren en dat bleek ook wel uit mijn resultaten. Mijn FIDE-rating was gezakt naar 2215 en mijn KNSB-rating is zelfs even onder de 2150 geweest.
Er is veel veranderd het laatste jaar. Chess.com heeft ChessVibes overgenomen, ik ben nu full time aan het werk voor dit bedrijf en dat was een uitstekende beslissing. Ik heb het enorm naar mijn zin in mijn nieuwe baan, waar ik nog steeds heel veel te maken heb met schaken. Ik kan veel tijd eraan besteden ‘onder werktijd’, bijvoorbeeld bij het produceren van het PDF- & PGN-tijdschrift The Master’s Bulletin, en dat moet wel enigszins voordelig uitgepakt hebben voor mijn eigen spel.
In de laatste paar maanden begon ik beetje bij beetje meer enthousiast te worden over mijn eigen schaak. Het was vooral het eerste team, dat vol met vrienden zit, dat me weer motiveerde. Een paar weken geleden promoveerden we terug naar de eerste klasse KNSB, wat heel inspirerend was, en met drie uit drie het seizoen eindigen gaf me waarschijnlijk genoeg zelfvertrouwen om weer eens een negenrondig toernooi te proberen.
Ik zal een paar momenten laten zien die van cruciaal belang waren voor het toernooi en mijn spel. Ik denk dat het algemene beeld is dat ik prima speelde, maar ook best geluk heb gehad. Maar zonder geluk vaart niemand wel.
Na een makkelijke overwinning in de eerste ronde moest ik tegen een klein jongetje uit Duitsland die was geboren in het jaar dat ik mijn eerste norm scoorde! Hij had zich heel goed voorbereid op de partij en toen ik een pion wegblunderde stond ik op een gegeven moment gewoon verloren. We bleven allebei fouten maken en ik maakte gelukkig de een na laatste. Deze partij was eerlijk gezegd vrij slecht en maakte duidelijk dat ik nog wat scherpte miste!
In de derde ronde verloor ik kansloos van IM Gyula Iszak uit Hongarije na een ‘blunder’ in the opening. Na 1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.g3 had ik uren voorbereid op de Grünfeld met …c6/…d5 maar voor ik het wist had ik mijn loper al op g7 gezet! Uit gewoonte, als een levenslange Koningsindisch-speler, deed ik 3…Lg7 en na 4.Lg2 realiseerde ik me tot mijn schrik dat zijn volgende zet 4.e4 zou zijn. Ik was veroordeeld om weer een g3-Koningsindiër te spelen. Ik was zo kwaad op mezelf vanwege deze domme fout dat ik nauwelijks in staat was om behoorlijke zetten te doen. Ik kon op zet 20 opgeven.
Gelukkig won ik daarna van een speler met 2038 dus alles was nog in orde: ik had drie uit vier en alleen verloren van een sterke speler. De volgende partij, tegen een FM, was belangrijk: zou ik een goed toernooi gaan spelen of een middelmatig toernooi?
Dittmar, Peter (2297) - Peter Doggers (2215), 2014.05.27
Ik voel nog steeds de kick toen hij 32.Lc4 deed. “Trapt hij erin? Ja, hij trapt erin! Ik ga hem gewoon mat zetten!” Het is niet dat ik nog nooit van zo’n speler gewonnen heb (ik moet ten minste tien keer van een IM gewonnen hebben in mijn leven) maar ik geloof dat ik me hier realiseerde dat misschien weleens een goed toernooi zou kunnen gaan spelen in Liechtenstein.
De volgende ronde was een echte test: een IM uit Italië. Ik herinner me dat ik me op heel veel varianten had voorbereid, maar niet op wat hij uiteindelijk speelde. En desondanks ging het geweldig.
Doggers, Peter (2215) - Bruno, Fabio (2419), 2014.05.28
Natuurlijk was deze partij een enorme opsteker voor me. Van een IM winnen is altijd iets speciaals voor een niet-titelhouder en de manier waarop ik het deed was echt geweldig: hij stond met zijn rug tegen de muur zo’n beetje vanaf de opening. Daarbij, dankzij dit resultaat zou ik minstens twee sterkere spelers treffen in de komende ronden en dus zat het wel snor met mijn toernooiprestatierating (tpr) en ik zou dus zeker ratingpunten gaan winnen. Zo dacht ik erover: ik speelde “game after game”, zoals Boris Gelfand zei tijdens het WK in Mexico 2007, en ik voelde totaal geen druk. Ik HOEFDE niet te presteren.
Mijn volgende tegenstander was Sergey Kasparov, een grootmeester uit Wit-Rusland met een beroemde achternaam die vraagt om grappen als: “Ik had niet verwacht dat ik ooit een remiseaanbod van Kasparov zou weigeren.” Maar dat is dus precies wat er gebeurde in deze partij!
Kasparov, Sergey (2480) - Doggers, Peter (2215), 2014.05.29
Je kunt je voorstellen dat ik inmiddels met een permanente glimlach op mijn gezicht rondliep in Liechtenstein. Ik was beter aan het spelen dan ik in jaren had gedaan, en dat alleen al was genoeg om erg tevreden te zijn. De daadwerkelijk resultaten van mijn partijen voelden niet eens zo heel belangrijk en misschien hielp dat in mijn volgende partij, tegen een Nederlandse IM, hoewel ik voor het eerst van het toernooi werd weggespeeld.
Doggers, Peter (2215) - Hommeles, Theo (2417), 2014.05.30
Deze partij maakte duidelijk dat ik niet alleen redelijk aan het spelen was maar dat ik ook Caissa aan mijn kant had. Ik verdiende het te verliezen, maar mijn tegenstander maakte gewoon fouten (en die strafte ik mooi af).
Nu pas, met nog één ronde te gaan, begon ik rekening te houden met een IM-norm. Naar bleek zou ik al een norm hebben gehad als ik ingedeeld was tegen de heer Bogner. Tegen alle tegenstanders met een rating hoger dan 2000-zoveel had ik een remise nodig.
“Helaas” werd ik ingedeeld tegen een andere grootmeester en opnieuw had ik zwart. Het was erg prettig dat ik opnieuw een herkansing kreeg om mijn …c6/…d5-Grünfeld uit te proberen. De partij werd ‘s morgens vroeg gespeeld, en dit was waarschijnlijk de reden dat mijn tegenstander enkele onnauwkeurigheden beging. Ik ook natuurlijk.
Cherniaev, Alexander (2429) - Doggers, Peter (2215), 2014.05.31
Grappig toch? Precies tien jaar na de eerste!
Een aardig compliment kreeg ik van Sergey Kasparov, die mijn spel blijkbaar niet vertrouwde. Na het toernooi vertelde hij een vriend van me, en daarna mijzelf, dat het “niet mogelijk” was. “You play like a machine!” zei hij, en hij bedoelde het niet op een goede manier. Maar ik vat het toch maar op als compliment!
Mijn rating zal nu uitkomen op iets van 2264 in Augustus. Ik heb waarschijnlijk een van de laagste ratings van alle spelers die twee IM-normen op zak hebben. Misschien wordt het eens tijd dat ik FM wordt. 🙂
Dag Peter,
Van harte gefeliciteerd met je mooie resultaat!