Na intensief overleg met kritische lezers stelt de redactie van CN een setje spelregels voor waaraan ingezonden stukken in het vervolg worden getoetst. Uw mening wordt bijzonder op prijs gesteld.
Kranten, tijdschriften en allerlei fora doen het en het lijkt zinvol om het van hen over te nemen: een eenvoudig stel spelregels dat het kader aangeeft waarbinnen wij bij Caissa interactie met elkaar willen plegen. Wij willen u vanaf heden twee weken de tijd geven om te reageren. Daarna willen we overgaan tot ingebruikneming voor zowel de website als het magazine.
Dit is de voorgestelde tekst:
‘De redactie houdt zich het recht voor om ongepaste bijdragen of reacties te weigeren cq. te verwijderen. Bijdragen zijn ongepast wanneer ze discrimineren, aanzetten tot haat of als er beledigend taalgebruik in voorkomt. Verder weigeren/verwijderen wij teksten met expliciete seksuele referenties.’
11 mei 2016
Redactie CaissaNieuws
Bij Facebook zoeken ze nog moderators, Wim.
“En tevens behoudt het bestuur zich het recht voor om leden die herhaaldelijk in hun blote billen op de clubavond rondlopen te royeren”
Dat vind ik wel een beetje discriminerend Arno. Wil Caissa naturisten van het schaakspel uitsluiten? Denk ook aan de juridische complicaties: wordt een bouwvakkers decollete ook al gezien “als in je blote billen rondlopen?” En wat is herhaaldelijk: valt de royementsbijl al na twee keer of moet het eerst een wekelijks terugkerend verschijnsel gedurende bijvoorbeeld drie maanden worden? En wat doet het bestuur als de blotebillenloper zijn/haar leven tracht te beteren door te minderen, bijvoorbeeld door om de andere week met ontbloot zitvlak te paraderen, of door een string te dragen?
Vergeet ook niet dat er verzachtende omstandigheden kunnen zijn als een speler in ernstige tijdnood van de increment gebruik maakt om zich te ontlasten maar niet meer de tijd heeft om tijdens de sprint terug naar het bord zijn broek op te trekken?
Vijftien seconden is niet zoveel immers!
Ik onderschrijf het idee van de redactie zoals door Wim is voorgesteld in elk Caïssa Nieuws van nu af aan in een klein kader met kleine letter onder de Colofon ongeveer deze tekst wordt standaard wordt weergegeven.
Hier volgt een voorbeeld van ongeveer dezelfde tekst met enkele kleine wijzigingen:
De Redactie van ons Caïssa Nieuws houdt zich het recht voor ingezonden stukken te weigeren wanneer deze als ongepast worden beoordeeld.
Onder ongepast wordt verstaan wanneer er sprake is van discriminatie, het aanzetten tot haat, smaad, beledigend taal gebruik en expliciete seksuele referenties en indien in strijd met de wet zoals geformuleerd in “Persvrijheid in Grondwet en Europees Verdrag voor de Rechten van de mens.” (Herzien in 2008).
Opmerkelijk slecht idee. Je ondergraaft als redactie je eigen autoriteit en effectiviteit.
Jaap van Velzens tekst lijkt mij uitstekend.
Oja. Ik zou ook toevoegen: “de redactie heeft het recht heeft artikelen te redigeren”.
Mening: redigeren zou de leesbaarheid van sommige artikelen op de site aanzienlijk kunnen verbeteren. Het gaat hierover eenvoudige zaken zoals het verbeteren van de koppen en intro en het toepassen van samenvattende tussenkopjes. Ik vermoed dat dit al gebeurt bij CN maar dit zou ook voor de site zeer nuttig zijn.
Ik ben het eens met de redactie en met Jaap.
Er is enige beroering geweest. Maar ik ga er van uit dat het allemaal wel mee zal vallen.
We zijn tenslotte toch allemaal nette mensen….?
Een paar vragen, zonder ironie dit keer. Ik begrijp het gewoon niet zo goed:
1) hebben we bovenstaande tekst (van Wim of van Jaap) nodig omdat we ons anders niet aan de wet hoeven te houden?
2) hebben we bovenstaande tekst nodig omdat we nooit meer iets over sex in het clubblad willen lezen? ook niet als we er met z’n allen over in een deuk zouden liggen.
3) hebben we bovenstaande tekst nodig omdat de redactie anders bepaalde stukken niet kan weigeren?
4) hebben we bovenstaande tekst nodig om de redactie te verplichten bepaalde stukken te weigeren?
5) hebben we de tekst ergens anders voor nodig?
Verder heb ik mij evengoed gestoord aan ‘de stukken waar zoveel over te doen is geweest’. Als de tekst doorgaat zal ik steeds als ik dit lees aan poppenwagens en huwelijksnachten moeten denken. Het liefst vergeet ik dit zo snel mogelijk.
Beste Arno, ik zie dat het je gelukkig niet is gelukt om de ironie helemaal achterwege te laten. Hierbij de antwoorden van de redactie.
1) hebben we bovenstaande tekst (van Wim of van Jaap) nodig omdat we ons anders niet aan de wet hoeven te houden?
Nee, dat niet. We worden altíjd geacht ons aan de wet te houden.
2) hebben we bovenstaande tekst nodig omdat we nooit meer iets over sex in het clubblad willen lezen? ook niet als we er met z’n allen over in een deuk zouden liggen.
Daar heb je een punt. De redactie moet bij het bewaken van de betamelijkheid niet de humor met het badwater weggooien.
3) hebben we bovenstaande tests nodig omdat de redactie anders bepaalde stukken niet kan weigeren?
De redactie heeft zich nog nooit op enige wijze onvrij gevoeld om te handelen naar eigen inzicht.
4) hebben we bovenstaande tekst nodig om de redactie te verplichten bepaalde stukken te weigeren?
Als dat zo is, kan ik melden dat de redactie zich beslist niet méér verplicht zal voelen dan voorheen om ingezonden stukken te weigeren.
5) hebben we de tekst ergens anders voor nodig?
De redactie vindt dat het geen kwaad kan om in herinnering te roepen dat we er ook bij Caissa naar streven om elk individu zijn/haar waardigheid te vergunnen en dat zij haar steentje aan dat streven wil bijdragen, hoewel het haar, de redactie dus, veel te ver gaat om daar het Wetboek van Strafrecht bij te gebruiken. Een redacteur is immers geen rechter.
Bedankt voor deze heldere uitleg Wim!
Zelf vind ik “De redactie vindt dat het geen kwaad kan om in herinnering te roepen dat we er ook bij Caissa naar streven om elk individu zijn/haar waardigheid te vergunnen.” de beste zin die ik tot nu toe heb gelezen.
Ik vind het een nobel streven, maar één en ander moet natuurlijk niet verworden tot een soort ‘regelzucht’. Ik denk dat de redactie het algemeen moet houden, in de trant van ‘respect voor elkaar’, zonder dat daarbij een hele opsomming nodig is van wat er nou precies wel of niet mag worden geschreven. Als de redactie een artikel ter plaatsing krijgt aangeboden waarvan zij van mening is dat dat niet door de beugel kan, kan ze toch altijd in overleg gaan met de schrijver? Zo ingewikkeld hoeft het allemaal niet te zijn…
Ik kan mij goed vinden in het voorstel van Wim en ook in zijn reactie. Laten we het allemaal (zowel het onderwerp zelf als het voorstel) niet groter maken dan nodig is, zoals ook uit de reactie van Wim duidelijk naar voren komt. Dat spreekt mij aan.
Tja, maar hoe moet dat nu? Ik wil even ingaan op de deelzin …bijdragen zijn ongepast wanneer ze discrimineren….van de heer Suyderhoud.
We schaken immers met wit tegen zwart waarbij wit altijd de voorzet heeft en ook tussen de onderlinge stukken is er een aanzienlijk verschil in de toegestane mogelijkheden aanwezig. Hoe toch, moet een pion zich toch “gediscrimineerd” voelen ten opzichte van de dame…
En bij promoveren mag, ja, moet men louter een stuk van de eigen kleur kiezen…
Moet ik uit deze -deel-zin opmaken dat volgens Wim Suyderhoud schaken een ongepaste bijdrage is? Een ongepaste denksport?
Dat zou ik toch uitermate pijnlijk en jammer vinden. Al die jaren een ongepast spel te hebben gespeeld.
We leven in een maatschappij en we zijn lid van een club die berust op samenwerking en wederzijdse afhankelijkheid. Samenwerking berust op een houding van liefdevolle vriendelijkheid jegens elkaar. Het voorgaande laat onverlet dat je er aardigheid in kunt hebben met (stijl)figuren te spelen en laten we elkaar die vrijheid gunnen. Ik ben niet gekwetst door Jeroens bijdrage en was het met wat hij schreef eens -al is dit laatste slechts een terzijde en geen voorwaarde voor de appreciatie van het stuk. Wij dragen vele maskers (personen) omdat we daar aardigheid in hebben, en niet al die maskers zijn plezierig om naar te kijken. Laten we toch vooral niet vergeten dat ‘life is much too important to be taken seriously’. Het leven is zo voorbij. Kennen jullie de oplossing van het Mat in Eén probleem van IM Jacques Davidson (epitaaf)?