Wit geeft mat in twee (S. Stambuk, Sahovski Vjesnik, 1952)
Deze week een stelling waar sprake is van 'verleidingszetten', die verband houden met de sleutelzet. Ook staat op de 'lees-meer'-pagina wat een 'stervlucht' en een 'kruisvlucht' is. Voordat je verder leest, eerst maar eens de oplossing vinden! Geschikt voor spelers met een rating tussen 1500 en 2000.
Oplossing:
1. Ke4,Ka1 (Ka3,Kc1,Kc3); 2. Ld4 (Pc4,Pd3,Pa4)
De sleutelzet geeft veld c3 vrij aan de zwarte koning. Deze heeft nu 4 vluchtvelden: a3, a1, c3 en c1. Dit noemt met een ‘stervlucht’ omdat de zwarte koning naar 4 diagonale velden kan vluchten. Op ieder vluchtveld voor de koning volgt een ander matbeeld.
Waarschijnlijk heb je je bij het oplossen afgevraagd waarom wit niet met Kc4, Kd5 of Kd3 (eventueel Ke5) kan beginnen. Dit zijn zogenaamde ‘verleidingszetten’ omdat deze op het eerste gezicht net zo logisch lijken als de sleutelzet. En verder kun je zien dat wit met zijn Koning over een ‘kruisvlucht’ beschikt (c4,d5,e4 en d3). Op iedere ‘kruisvlucht’ van de witte koning volgt dus een ‘stervlucht’ van de zwarte koning. Je zou er niet opkomen als je alleen de oplossing zoekt, maar je mag van me aannemen dat de componist achter zijn bord is gaan zitten met de volgende opdracht: maak een probleemstelling waarin een kruisvlucht met een stervlucht is verbonden! Een kleine onnauwkeurigheid hierbij is dat de witte Koning als verleidingszet ook veld e5 kan kiezen, maar dat zij de componist vergeven.
Ik laat het aan jou over om na te gaan waarom de verleidingszetten Kc4, Kd5 en Kd3 niet tot mat in twee leiden.