Wij de leden van Caissa op 3 september 2013 in vergadering bijeen,
i) van mening dat onze externe prestaties niet gebaat zijn bij het trainen van een bizarre en dubieuze opening in de interne competitie,
ii) constaterende dat het niet wenselijk is dat enkele van onze leden zich door interne successen gestimuleerd weten deze opening in teamwedstrijden te spelen,
iii) overwegende dat de schaakontwikkeling van de jeugd en van beginnende schakers niet gediend is met het bestrijden van absurditeiten,
voegen toe aan het reglement voor onze interne competitie:
“Artikel 57 Beteugeling van de Colorado-verdediging
a) Nadat de zetten 1 e4 Pc6 2 Pf3 gespeeld zijn, is het de zwartspeler niet toegestaan 2 … f5 te spelen.
b) Indien de zwartspeler in de in lid a bedoelde situatie, behoudens het in artikel 4.2 van de FIDE-Regels voor het Schaakspel vermelde, zijn f-pion aanraakt, is hij verplicht 2 … f6 te spelen.
c) Nadat de zetten 1 e4 Pc6 2 Pf3 f6 gespeeld zijn, is het de zwartspeler van zet drie tot en met vijf niet toegestaan alsnog f5 te spelen.”
En gaan over tot de orde van de dag.
Heren, heren toch! Een nulletje of twee tegen de Colorado en gelijk breekt paniek uit. Dat is niet de juiste instelling.
Neem mij nou. In mijn tien partijen in deze variant tegen de heren Nirav C. en Wim N. mocht ik in de jaren 1997-2002 een score noteren van +0 =1 -5 en dat was nog geflatteerd omdat ik een verloren toreneindspel remise mocht maken. Met hamer, beitel en stormram ging ik de zwarte stelling telkens te lijf, maar zonder resultaat.
Van fouten dient men te leren. Nadien, in de jaren 2005-2011 bestreed ik de zwarte opzet met fluwelen positiespel en mocht +3 =1 -0 bijschrijven, waarbij de zwartspelers nog goed wegkwamen omdat ik een gewonnen toreneindspel in tijdnood niet wist te winnen.
Dus kom op René, Arno en anderen. Nul uit twee tegen de Colorado? Dat is nog maar het begin! Volhouden en op een gegeven moment, vroeger of (waarschijnlijk) later, komen inzicht en betere resultaten echt wel!