“Hic Rhodus, Hic Salta!” is een verlatijnst citaat uit een fabel van Aesopus. Een atleet beroemt zich erop op Rodos een uitzonderlijke prestatie verricht te hebben, maar er zijn geen ooggetuigen van. Een sceptische toehoorder werpt hem toe: “Hier is Rodos, Spring dan!”. Ik werd op Rodos Europees kampioen van de amateurs. Mocht U eraan twijfelen of ik daadwerkelijk de beste amateurschaker van Europa ben, ben ik bereid om U opnieuw mijn springkunsten vertonen, maar ik moet zeggen dat ik er na dit toernooi even schoon genoeg van had, vandaar dit verlate verslag.
Een afbeelding die ik op de toernooisite vond, ik besloot om bij de prijsuitreiking een bescheidener houding aan te nemen.
Ik deed vorige maand met mijn vader mee aan het schaakfestival van Rodos. Er waren seniorenkampioenschappen (50+,65+) georganiseerd (ook voor de dames) en amateurkampioenschappen. Aan de amateurkampioenschappen namen in totaal 70 spelers deel, verdeeld over drie categorieën (tot 1700, tot 2000 en tot 2300). Ik deed met 9 andere schakers mee in de hoogste categorie. De poule was daardoor qua vorm en sterkte vergelijkbaar met een tienkamp groep 2 van het TATA toernooi. Bij de senioren namen nog enkele andere Nederlanders deel. Naast mijn vader Willem(65+) waren dat Gerard Welling(50+), Henri en Jeroen van den Bersselaar(50+) en Marsel van Hooft(65+).
Het toernooi was uitstekend georganiseerd door de Europese schaakbond (ECU), wel was er een streng beleid: voor de 2e ronde werd gemeld dat toeschouwers alleen naar binnen mochten na aanvraag van een kaartje bij de ingang dat met een koordje om de nek gedragen moest worden en er werd slechts één toeschouwer per bond toegelaten. Was er een incident geweest? De spelers droegen zo’n naamkaartje al, maar een ronde later werd dit ook uitdrukkelijk verplicht gesteld, wat tot her en der gemor leidde, voornamelijk bij de senioren. Ik vond het prima. Ook de speelomstandigheden waren voortreffelijk: Een mooie zaal in het Olympic Palace Hotel met uitzicht op de Egeïsche zee, je hoorde het ruisen van de golven en in de verte zag je de Turkse kust en het hotelpersoneel was vriendelijk. Er was helaas geen rustdag.
Met mijn huidige rating van 2179 was ik als tweede geplaatst in de hoogste amateurgroep. Het was een divers gezelschap, met voornamelijk tieners en twintigers. De andere spelers waren: de Russen Alexander Shukan(2088), Dmitry Minko(2169) en WFM Alexandra Zherebtsova (2203), Tim van de Perre (België, 2102), FM Thorsten Cmiel(Duitsland, 2109), Stanislav Andreev (Bulgarije,2140), Arda Yungcu(Turkije, 1959) en de Grieken Konstantinos Samaridis(2001) en Konstantinos Stavropoulos(2022). Het kostte me wat moeite om deze Constantijnen, die tijdens het toernooi gebroederlijk met elkaar optrokken, uit elkaar te houden. Vermeldenswaard is nog dat Thorsten Cmiel schrijver is voor Chessbase en in het verleden voor Vianen heeft gespeeld. Ik kon me helaas de namen van de twee Viaanse Duitsers die de vorige KNSB-ronde tegen ons eerste niet kwamen opdagen niet herinneren.
De loting was gunstig. Ik had 5 keer wit en 4 keer zwart. Wel had ik 3 keer zwart in de onderlinge partijen met de sterkste spelers. De wedstrijden begonnen om 15.30 lokale tijd (één uur later dan in Nederland), waardoor er na afloop tijd was voor ontspanning en de volgende dag naar hartelust (of met fikse tegenzin) voorbereid kon worden. Ik ging mee met twee excursies, één naar de oude stad en één naar de Acropolis van Lindos.
Het afgelopen half jaar heb ik meer dan 40 ratingpunten verloren, veelal door simpele tactische slordigheden. In de voorbereiding op het toernooi heb ik daarom met name gefocust op tactiek en heb een maand lang dagelijks opgaven gemaakt uit het boek “The Woodpecker Method”. (Ik kwam in dit boek trouwens een combinatie uit de matchpartij Max Euwe-Eelke Wiersma 1920 tegen. Betreft het hier een ver familielid van “onze” Eelke Wiersma?) Mentaal was ik al langer bezig met dit toernooi. Het TATA-toernooi en Noteboom toernooi van eerder dit jaar zag ik als een soort training voor het EK.
Al vroeg in het toernooi bleken Andreev en Zherebtsova mijn belangrijkste tegenstrevers. Tegen de rest van het gezelschap (gemiddelde rating 2065) scoorde ik een overtuigende 6,5 uit 7. Hoofdzakelijk hierdoor werd ik kampioen. Via deze link kunt U mijn overwinning uit de eerste ronde op Tim van de Perre (licht becommentarieerd door Thorsten Cmiel) naspelen:
https://de.chessbase.com/post/senioren-und-amateur-europameisterschaften
De eerste twee rondes verliepen goed: ik genoot van de speelomstandigheden, kon me goed concentreren en bleef praktisch de hele partij achter het bord zitten. Later in het toernooi werd ik wat onrustiger en verviel in mijn gebruikelijke ijsberen langs de andere borden.
Een cruciale partij was die in de zesde ronde tegen de 15-jarige Dmitry Minko. In een must-win situatie had ik weinig trek in het Schots vierpaardenspel en besloot de klassieke Siciliaan te spelen. Op de 11e zet ging hij een zijvariant in, die ik zeer oppervlakkig bekeken had. Het werd op één zet na een foutloze partij van mijn kant. Één troost: die fout was eerder gemaakt door een GM. Tot mijn verbazing bleek na afloop dat we 24 zetten lang de partij Brendel-Tischbierek hadden gevolgd!
Minko, Dmitry (2169) - Brouwer, Dennis (2179), 2019.04.11
Toen na afloop bleek dat de eerste 24 zetten in de database terug te vinden waren, leidde dat tot een afkeurende reactie van mijn vaders kant: “Dat is toch geen schaken meer!” Tsja, we hebben de meeste zetten wel zelf bedacht en als je goede logische zetten doet, kan het gebeuren dat een IM en een GM die eerder gedaan hebben.
Met een score van 6,5 uit 7 tegen de rest van het veld lijkt het alsof het toernooi van een leien dakje ging, maar dat was zeker niet het geval. Mijn concurrenten deden het ook goed, met name Andreev, waar ik de vierde ronde van verloor:
Andreev, Stanislav (2140) -
Brouwer, Dennis (2179),
????.??.??
Op het moment van opgave waren we als laatsten bezig in de toernooizaal. “What a fight!”, verzuchtte de sympathieke Bulgaar. Andreev had zich hersteld na een uitglijder in de eerste ronde tegen de 19-jarige Turk Yungcu (de laagste ratinghouder, maar hij bereikte een knappe vierde plek) en scoorde in de volgende zes rondes vijf en een halve punt. Dat halfje liet hij in de zesde ronde liggen in het duel met Zherebtsova, waardoor ik me bij de koplopers kon voegen.
In de zevende ronde remiseerde Alexandra met Constantijn I, waardoor Stanislav en ik alleen aan kop stonden. Gezien het onderlinge resultaat (dat beslissend was bij gelijk eindigen) en het gegeven dat mijn laatste twee tegenstanders beiden 100 ratingpunten meer hadden dan die van hem, schatte ik mijn kansen op de titel niet hoog in. Maar de achtste ronde gebeurde het dan toch: Ik won soepel van Shukan en Andreev leek ook te gaan winnen. Maar in een eindspel van loper en 4 pionnen tegen paard en 3 pionnen hield Constantijn II lang stand en in de late uurtjes verslikte Andreev zich en was de remise een feit. Eindelijk was ik alleen koploper. En dan kwam nu de langverwachte confrontatie met Zherebtsova, die opnieuw een halfje had gemorst (in een Schots vierpaardenspel tegen Minko) en waar ik al sinds de derde ronde, toen we beiden aan kop stonden tegen aan zat te hikken. Stand na acht ronden: 1. Brouwer 6.5, 2. Andreev 6, 3. Zherebtsova 5.5.
Bij winst in de laatste ronde, die om 11 uur zou beginnen, had Zherebtsova evenveel punten als ik en gaf het onderlinge resultaat de doorslag. Maar eigenlijk was ze vrij kansloos voor de titel, omdat op basis van het aantal gewonnen partijen Andreev bij gelijk eindigen met de titel aan de haal zou gaan. Voor mij was remise misschien voldoende als Andreev niet wist te winnen van Cmiel. Die partij hield ik dus de volgende dag nauwlettend in de gaten. Alexandra was een opvallende verschijning. Ze had blauwe lokken in haar haar en verscheen elke dag in een nieuwe opvallende outfit met dito makeup. Bij het diner die avond, zat ik met mijn vader aan het raam en zij nam plaats op een tafeltje met uitzicht dwars op dat van ons, ik vond het ongemakkelijk. Mijn vader was bezig met zijn mobieltje en dronk op zijn gemak een wijntje. Ik wilde hem aansporen om daarmee haast te maken, maar ik wilde naar haar toe niet uitstralen dat ik me ergens zorgen om maakte en besloot niet vroegtijdig de tafel te verlaten, maar “ontspannen” achterover leunend af te wachten tot dat wijntje op was.
De voorbereiding op deze partij was niet optimaal. Uit de database bleek dat ze 3 verschillende serieuze systemen tegen de Grünfeld had gespeeld. Gezien het belang van deze partij, besloot ik om die allemaal goed te bekijken. In de tweede ronde had ik blijk gegeven van gebrekkige kennis in de variant met 4.Lg5 en daar keek ik ook nog even naar. Ik had er wel de tijd voor: ik was vroeg klaar die dag. Ook had ik het studiemateriaal allemaal klaarliggen. Om 12 uur was ik klaar met de voorbereiding, maar werd om 4 uur wakker en kon toen tot 8 uur de slaap niet meer vatten. Het was niet zo dat ik om 11 uur compleet gebroken achter het bord verscheen, maar het was in deze situatie wel prettiger geweest als ik had terug kunnen vallen op een ander systeem dan de Grünfeld. Nu had zij ook weinig aan een remise, maar het is bij de voorbereiding wel demotiverend als je in je file op lange varianten stuit, waarin je eeuwig schaak kunt maken, terwijl je remise wil vermijden. Met de kennis van achteraf had ik beter een serie op Netflix kunnen bekijken, want ze speelde een zijvariant.
Zherebtsova, Alexandra (2203) - Brouwer, Dennis (2179), 2019.04.14
Een anticlimax, maar daar was ik natuurlijk niet rouwig om. Met een score van 7 uit 9 (TPR 2305) was ik nu dus amateurkampioen van Europa. Een paar jaar geleden kwam ik voor het eerst op het idee om mee te doen aan een WK voor amateurs (het werd dus uiteindelijk een EK). Het is gebruikelijk dat je als actieve schaker als twintiger je hoogste rating haalt en daarna weinig vorderingen meer maakt (“Elk jaar een kilo erbij en 10 ratingpunten eraf”, hoorde ik eens iemand over zichzelf grappen) Ik had behoefte aan een realistisch doel om gemotiveerd te blijven. Het nastreven van een hogere rating is wat vluchtig (waar zijn die 50 punten ratingwinst van vorig jaar gebleven?) en daarbij vind ik het ook vervelend om altijd met rating bezig te zijn. Tijdens dit toernooi had ik meer het idee met iets “zinvols” bezig te zijn, zoals vroeger de regionale en nationale jeugdkampioenschappen dat voor me waren. Misschien ga ik in de toekomst nog eens aan zo’n EK of WK meedoen of over een paar jaar aan een seniorenkampioenschap. Ik had er lang naartoe geleefd en moest er erg aan wennen dat het voorbij was en dat het ook nog succesvol was verlopen. De dagen daarna reflecteerde ik zo af en toe op het toernooi en dan zat ik ineens weer terug in de speelzaal een lastig eindspel te keepen. Dan moest ik bij wijze van spreken even met mn hoofd schudden. “Ah, het is voorbij!”. Bij de prijsuitreiking wachtte me nog een aangename verrassing. Iedereen werd verzocht op te staan en het Wilhelmus klonk uit de speakers. Mn’ vader wilde er een filmpje van maken met zijn mobiel. Dat filmpje is mislukt, maar U gelooft het vast zo ook wel.
Leuk verslag Dennis! Met name je eerste wedstrijd is helemaal mijn stijl 🙂
En natuurlijk van harte gefeliciteerd……
Het Wilhelmus.
Wow!