Het Vriendenteam
door

Dit artikel is verschenen in december 2010 in CaissaNieuws 425. Paul vertelt met scherpe pen over het derde - het ‘vriendenteam’ - en de hooggespannen verwachtingen. Maar als ze kampioen worden... wat dan Paul? Want kampioen zijn ze!

 

 

Het derde van Caissa staat bij de leden bekend als het vriendenteam. En dat is een vreemd verschijnsel. Vriendenteams zijn niet zo populair onder hen die geen onderdeel uitmaken van dat team. Het bestaan van een vriendenteam suggereert namelijk dat andere leden van Caissa niet tot de vrienden behoren. En het suggereert ook dat de vriendenteamleden ook daadwerkelijk altijd vrienden zijn. Zelf ben ik van mening dat beide suggesties in dit geval niet aan de orde zijn. Neem bijvoorbeeld mijn pijnlijke kennismaking met teamgenoot Wim Nijenhuis. Nadat ik mijzelf had gebombardeerd tot teamcaptain zag ik zijn naam op het lijstje van Caissa 3 staan. Ik had werkelijk nog nooit van de man gehoord. En dus mailde ik hem om me voor te stellen en hem als enige ex-Euwenaar speciaal welkom te heten in ons team. Hoe genant was het toen hij direct een partij mailde die wij enige tijd daarvoor hadden gespeeld in de interne competitie. Nog genanter was het dat ik mij die partij nog goed kon herinneren, maar de persoon Wim kennelijk niet.

 

Maar goed, een vriendenteam. Zo staan we bekend. Deze zogenaamde vriendschap is tijdens de eerste twee competitieronden al danig op de proef gesteld. De eerste ronde speelden we tegen ASV. Over de wedstrijd kan ik me nog twee dingen herinneren. Ik speelde een beroerde remise, en we wonnen met 5-3. Over de terugreis is evenwel meer te vertellen. Een lakmoesproef voor het vriendschapsgehalte binnen Caissa 3. Honderd meter voordat wij bij het Amstelstation zouden arriveren hield de auto van Enrico er namelijk mee op. Wat te doen in zo’n geval? Er zijn natuurlijk verschillende keuzes te maken. Wim Nijenhuis schreef in zijn verslag op de site al dat hij van mening was dat we de verkeerde keuze hadden gemaakt. Deze keuze hield voor Pieter in dat hij direct uitstapte en in de richting van een cafe verdween. Verzachtende omstandigheid was dat Ajax die avond een wedstrijd moest spelen, en dat dit hoog op het prioriteitenlijstje van Pieter staat. De overige aanwezigen waren nog zo vriendelijk om de auto van Enrico naar een parkeerplaats te duwen. Dit met uitzondering van Cas, maar die had dan weer een gebroken sleutelbeen, waardoor hij de scheidsrechter er zelfs van had weten te overtuigen dat noteren onmogelijk was voor hem. De nog aanwezige teamleden bleven voor de vorm nog even staan bij Enrico terwijl hij de Wegenwacht aan het bellen was. Daarna kreeg hij de-krant-van-gisteren van Wim en van de anderen wat bemoedigende woorden en een enkel schouderklopje. En weg waren we. Snel naar de Thai en de Laurierboom. Bij binnenkomst in het restaurant stelde ik nog dat het wel fatsoenlijk zou zijn om later Enrico nog even te bellen. Ik geloof niet dat het er nog van gekomen is. Waarschijnlijk vergeten. 

Tja, wat moet je daar nou van zeggen? Ook nu nog is het mij niet duidelijk of het de juiste beslissing was. Als Enrico op een willekeurige donderdagochtend op weg naar zijn werk autopech krijgt kan hij natuurlijk niet verwachten dat heel Caissa 3 op komt draven om hem terzijde te staan. En zelfs niet als het gebeurd zou zijn op weg naar huis nadat hij zijn passagiers op het Amstelstation had afgezet. Maar goed, het is nog redelijk afgelopen met Enrico. Hij moest zich weliswaar urenlang vermaken met alleen de-krant-van-gisteren als gezelschap, maar daarna kreeg hij wel een vervangend voertuig om zich daags daarna met nieuwe passagiers naar een jeugd-schaaktoernooi te verplaatsen. En zijn auto schijnt daarna ook weer gerepareerd te zijn. Zou Enrico bij de volgende uitwedstrijd weer de chauffeur willen zijn? Ik denk dat ik mijn co-captain Elwin ga vragen of hij eens wil polsen. Want zelf kan ik het niet mijn bek uitkrijgen. Al met al wenste ik die dag dat ik niet in een vriendenteam zit. Dan voel je je toch minder lullig als je iemand gewoon in de kou laat staan.

 

De tweede wedstrijd was tegen PSV dodo. Ook daar heeft Wim al in geuren en kleuren over verteld op de site. Hij vergeleek het derde met de in Chili op 700 meter onder de grond vastzittende kompels in de mijn. In eerste instantie vond ik dat een prima vergelijking. Het betrof namelijk een bizarre wedstrijd, en ik was na afloop helemaal geradbraakt door wat ik allemaal had zien gebeuren. De tegenstander was de met afstand zwakste broeder in onze poule. Het ratingverschil was groter dan 200 ELO per bord. Een enorme slachting lag dus in het verschiet. Maar alles ging mis. Eigenlijk mag dat niet zo zeggen. Er werd gewoon heel slecht geschaakt. Martijn Miedema maakte het wel het bontste van iedereen. Hij speelde met zwart tegen een Morra. En als je tegen de Morra speelt en die aanneemt moet je daarna op 1 ding letten: dat je daarna een aantal zetten in de goede volgorder doet. Want anders doet wit opeens heel sterk e4-e5. Martijn stond om 13.12 dus verloren. Heel arrogant dacht ik nog: dan maar 7-1 en werd daarvoor direct gestraft. Door een blunder gaf ik twee pionnen weg. Even later won ik er één terug met een trucje waarna mijn tegenstander zo vriendelijk was om remise aan te bieden. In het vervolg was het ELO verschil nergens zichtbaar op de borden. Overal partijen waar tot ver in de tijdnoodfase niets te zeggen was over de afloop. Toen de kruitdampen aan het einde van het vierde uur waren opgetrokken was duidelijk dat 4-4 het maximaal haalbare resultaat zou zijn, en dat we waarschijnlijk gingen verliezen. Maar toen draaide alles toch nog om. Martijn had zijn misère overleefd en won alsnog. Hajo rommelde zich in een paardeindspel met een pion minder naar een overwinning, en Pieter Melford tenslotte wist een verloren toreneindspel remise te houden. Uiteindelijk dus toch nog gewonnen, maar wel een aanslag op de vriendschap. Wat een genante vertoning zeg. Als het goed gaat is het natuurlijk makkelijk om vrienden te zijn. Maar bij dergelijk slecht spel gaat dat allemaal een stuk lastiger. Ik ergerde me dood aan dat belabberde spel van al die zogenaamde vrienden van het derde. Maar ja, in zo’n vriendenteam zeg je dat natuurlijk niet zo snel.

 

Al met al is het niet altijd leuk en aardig om onderdeel te zijn van een vriendenteam. Maar als we kampioen worden…

 

Reactie achterlaten