Het vijfde heeft weer een punt bijeengeharkt en staat nu solide in de subtop van klasse 3E. Wim Nijenhuis en Robert-Jan Schaper zorgden in het laatste kwartier voor een houdini-act van het zuiverste soort en mij een erg fijne middag door zo goed als zeker klassebehoud veilig te stellen.
De wedstrijd begon met 5 tot 15 minuten voorsprong op onze klokken omdat iedereen van Charlois Europoort 3 te laat binnen kwam. Dit team was sowieso een zootje ongeregeld, maar daarover later meer. Na een uur spelen kon ik opgetogen vaststellen dat we op sommige borden beter stonden en op de andere gelijk, maar nergens slechter.
Na de tijdcontrole was van dit voordeel geen rookpluimpje meer te bespeuren. Okay, Martijn had keurig gespeeld en straight gewonnen, maar Geert blunderde en Eric gokte en verloor. Hij is overigens de enige die wat mij betreft een gok mag wagen (omdat dat bij hem vaak goed uitpakt), maar ditmaal dus niet.
Onze invalster Annemarie haalde een keurige remise maar was compleet ontevreden omdat ze de winst had weggegooid. Kijk, zo’n speelsters heb ik graag. Of moet ik zeggen: herken ik me in? Enfin, mijn partij was er een van wisselende kansen en ik mocht mijn handen dichtknijpen met remise. De tussenstand was nu 2-3.
Een uur voor sluitingstijd gaf ik geen rooie cent voor onze kansen en ditmaal lag dat niet aan mijn vermeende, kritische blik. Een rondje langs de velden zou zelfs een blinde hebben overtuigd van de onafwendbaar lijkende nederlaag.
De strijd was in hogere zin beslecht want onze tweede invaller Jos stond weliswaar beter maar Wim op hangen en wurgen en Robert-Jan simpelweg op verlies. Zo ging een uur voorbij waarin Wim moest hopen op een onnauwkeurigheid van zijn tegenstander en Robert-Jan gedacht moet hebben: ‘Okay, nog één zetje dan. En nog één laatste’.
Jos had wat risico genomen om ons team nog een kans te laten behouden (tegen beter weten in), maar dat pakte goed uit. Hij maakte het prima af. En de tegenstander van Wim maakte dat kleine foutje waardoor de partij in evenwicht kwam (om niet te zeggen potremise). Maar ja, het maakte weinig uit, want Robert-Jan stond toch minder of niet soms? Ja inderdaad, maar zijn tegenstander begon wat nerveus te worden en zeeën van tijd te gebruiken.
De captain van Charlois zag de bui misschien hangen en stelde ‘out of the blue’ voor om de twee laatste partijen gezamenlijk remise te geven, waardoor 4-4 op het scorebord zou verschijnen. Ik wist niet wat ik hoorde maar knipperde niet met mijn ogen en accepteerde direkt. Maar nu bleek weer eens wat een zootje ongeregeld het team eigenlijk was, want de tegenstander van Robert-Jan weigerde tot driemaal toe het voorstel van zijn captain aan te nemen (qua bordstelling niet geheel onbegrijpelijk). Natuurlijk heeft elke speler het recht op een eigen beslissing. Maar je bent captain of je bent het niet, dus ik had het wel geweten met zo’n gast.
Nou valt er in die zin weinig eer voor mij te behalen want mijn teamgenoten zijn in alle opzichten voorbeeldig. Alle eer gaat ditmaal met name uit naar Wim die remise afdwong en Robert-Jan die erg koelbloedig bleef en zijn tegenstander zo in tijdnood bracht dat deze wel in zetherhaling moest berusten. En zo werd het dus toch nog 4-4: een houdini-act.
Zie verder ook de partij uit de externe: Borst – Coppoolse.