Op Gertjans vraag over voorkeuren voor een bord of kleur had ik gezegd dat ik “niet hoger dan 8” wilde. Dit was een geestig bedoelde manier om te zeggen dat het me niet uitmaakte: ik wilde niet aan bord 9, 10, 11 “of nog hoger”.
Maar ik was even vergeten dat een ‘hoog’ bord een laag nummer heeft en dat ik dus eigenlijk had gezegd dat ik graag aan bord 8 wilde. Aldus geschiedde. Mijn tegenstander had geen goede dag en de partij duurde maar veertien zetten:
Benschop, M. (2021) - Janse, P. (2086), 2018.09.16
Maar daarmee was ik niet eens als eerste klaar. Anno wist me na afloop ervan te overtuigen hoe goed hij had gestaan als wit het in de opening net even anders had gedaan. Het verschil met hoe het in de partij ging was niet groot, maar nu nam hij genoegen met een zetherhaling. Laten we het erop houden dat hij na een halfuur al had gezien dat het op de rest van de borden wel goed kwam.
Ook Ron had een makkelijke middag: zijn tegenstander blunderde in een stelling die al niet zo prettig was. Ron won een stuk met een standaardtruc die ik altijd erg leuk vind: zwart biedt dameruil aan door met zijn dame vanaf een gedekt veld de ongedekte witte dame aan te vallen. Hoe veilig wil je het hebben? Maar wit slaat de dekker van de zwarte dame en dekt tegelijk zijn eigen dame. Efficiëntie! Een gangbare variant hiervan is bijvoorbeeld ook dat zwart Da5 speelt, gedekt door Pc6, met witte dame op a4. Lxc6 (dekt a4) wint dan op precies dezelfde manier een stuk.
Hoffman, R. (2014) - Geelen, M. (1990), 2018.09.15
Dat was dus al 0,5-2,5. Rob Witt voegde hier een halfje aan toe in een kalme positionele partij aan bord 1 tegen Tom Bottema, waarin hij lang iets beter had gestaan, maar met een onnauwkeurige torenzet zijn kleine voordeel had weggegeven.
Rogier (welkom terug in Caissa 2!) was terecht tevreden over zijn partij. Lang rokeren tegen het Italiaans kan getuigen van agressieve bedoelingen, maar een zwarte aanval is nooit aan de orde geweest, terwijl Rogier met wit op de damevleugel als een onweerstaanbare stoomwals naar voren kwam.
Van Arkel, R. (2158) - Van de Berg, J. (2053), 2018.09.15
4-1 dus. De buit was nog niet helemaal binnen want op de resterende borden was alles nog mogelijk. Abe had met wit tegen Johan Booij niets bereikt in de opening, maar hij bleef beheerst en degelijk spelen. Net toen ik dacht dat hij aan voordeel kon gaan denken, kwam zijn tegenstander met een combinatie die afwikkelde naar een potentieel eng dame-eindspel, maar Abe hield zonder veel moeite eeuwig schaak en haalde daarmee het beslissende halfje binnen.
Gertjan had me na het nieuws over Rogiers overwinning al gezegd dat hij “nu met een gerust geweten kon verliezen” van Marcel Peek. Inderdaad zag het er eng uit, want zijn aanvalspogingen waren gestrand in een eindspel met ongunstige materiaalverhouding van toren en pion tegen twee stukken. Maar hij bleef maar irriteren met zijn toren, de stukken kwamen nooit tot een goede samenwerking en ook Gertjan had zijn halfje. 5-2.
Resteerde nog Paul Hummel, die tegen Machiel de Heer in een interessante afwikkeling zijn beide lopers gaf tegen twee witte paarden om de witte pionnenstelling te compromitteren. Het werd een spannende partij met wederzijdse kansen, maar in tijdnood greep Paul mis. Hij gaf zijn dame tegen toren en stuk, maar miste een venijnige torenzet en moest toen een vrije a-pion bestrijden. Zelfs dat leek nog bijna te lukken maar zijn vesting werd toch opgeblazen, zodat Paul als enige, maar met opgeheven hoofd, verloor in deze geslaagde openingswedstrijd van Caissa 2: 5-3 tegen een op papier licht favoriete tegenstander.
Fijn die verslagen!
Bedankt Paul, Enrico.
Nu Caissa 3 en 4 nog☺️
Ron Hoffman verdient een extra pluim. Hij was gekomen om het team als supporter te steunen en was bereid na een half uur in te vallen toen onze 7e bordspeler niet kwam opdagen.