De hoofdredacteur van Schaken.nl vond onderstaande column te negatief van toon. Hij kán natuurlijk gelijk hebben…
Maar nu vroeg ik me af:
kan een Caissaan
dit misschien wél aan?
De macht van het woord
Woorden, het zijn de goedkoopste wapens van de tiran en het enige verweer tégen die tiran. Je kunt er literatuur van maken tot in de hemel, mensen tot tranen toe ontroeren, met het leven verzoenen. Je kunt er hele volksstammen mee overtuigen dat de aarde plat is, dat oorlog goed is en dat je met schaken vals kan spelen met een buttplug. Woorden, wat zouden we zonder ze moeten beginnen?
Soms stel ik mezelf deze vraag en denk ik er meteen achteraan: dán zouden we pas gelukkig zijn! Op de dag dat Anish Giri zijn historische overwinning boekte op Magnus Carlsen in het Tata Steel Toernooi van dit jaar, stond het volgende ‘verslag’ van die partij in de NRC-app:
“Giri en Carlsen gingen tot aan de eerste twintig zetten gelijk op, maar daarna gaf Carlsen het spel weg met een serie onnauwkeurigheden. Toen de Noor een ver naar voren gelopen pion innam met zijn toren, gaf hij Giri de kans om met twee lopers een aanval te openen. Een van de zwarte torens stond intussen opgesloten in de hoek, waardoor Carlsen één stuk minder had om te verdedigen.
Door stukken te ruilen had Carlsen het spel nog kunnen proberen gelijk te spelen, maar hij probeerde het spel open te breken door een pion op te offeren en raakte vervolgens verstrikt in een aanval van de witte stukken. Giri voerde die aanval perfect uit en gaf Carlsen geen kans meer om terug te komen.
Het is niet de eerste keer dat Giri wint van Carlsen, maar de meeste andere overwinningen waren in snelschaak. Carlsen wordt in langere spellen gezien als de beste speler ter wereld, zo niet aller tijden.”
Hoe treurig kunnen woorden je maken? En dat in de NRC, die zoveel grootmeesters van de taal in zijn gelederen telt. Hier wordt niet geprobeerd om de lezer te laten meevoelen hoe spannend, hoe gecompliceerd, hoe ondoorgrondelijk moeilijk deze partij was. Hoe je als toeschouwer wel voelde dat Giri na zijn gedurfde pionoffer het initiatief had, maar hoe je absoluut niet in staat was om te zien hoe het nou eigenlijk stond. Hoe je hersenen gaandeweg wel inzagen dat wit in het voordeel was, maar dat alleen je engine over voldoende rekenkracht beschikte om er de grootte van in te schatten. Hoe heel schakend Nederland ten slotte op zijn grondvesten trilde toen Carlsen het opgaf. Niets van de spanning, de magie en de schoonheid van deze unieke partij wordt aan de lezer doorgegeven. Integendeel, hier probeert iemand zijn volkomen onbegrip te verbergen achter een rookgordijn van onzinwoorden. Carlsen “nam een pion in” (wat had de schrijver eigenlijk ingenomen toen hij dit schreef?), verzuimde om “het spel nog gelijk te proberen te spelen” en kon zich ten slotte enkel nog troosten met het besef dat hij toch maar mooi als “de beste speler in langere spellen” wordt gezien.
In feite maakt dit stuk sterk de indruk dat het geschreven is door ChatGPT, waarvan onlangs bekend werd dat veel scholieren het gebruiken om huiswerkopdrachten te maken. Alleen, het niveau is te laag. Met dit stuk zouden ze gegarandeerd een onvoldoende krijgen. De onmacht van het woord.
Paul van der Sterren
Hear hear! Ik kan me ook zo ergeren aan dit soort ‘schaak’verslagen.
Mag ik meedingen naar de titel “meest geërgerde lezer”? Maar het probleem dat Paul hier aankaart is niet zozeer schaakgerelateerd en ook niet goed te vergelijken met de –voor ons schakers– karakteristieke, lachwekkende schaakscènes in films.
Bijzonder veel artikelen van de NRC- of (nog erger) NOS-app zijn al een aantal jaar van zeer twijfelachtig niveau. Wie een goed oordeel wil vormen over de huidige stand van zaken in de journalistiek, zal ook de stupidificering van de maatschappij als geheel moeten onderzoeken. De hoofdredacteur van ‘schaken.nl’ lijkt me voor dit onderzoek niet de meest geschikte kandidaat 😉
Erg arrogant van de hoofdredacteur van Schaken.nl als hij voor lezers gaat bepalen wat ‘te negatief van toon’ is.
Het lijkt me bovendien helemaal niet de taak van een hoofdredacteur om columns te censureren. Alleen als de column zou oproepen tot haat of geweld kan hij het weigeren te plaatsen.
Ik deel jouw standpunt, Aleks, maar dat ligt verrassend genoeg gevoeliger dan je denkt. Als hoofdredacteur van CaissaNieuws heb ik ooit kritiek gekregen op het ongecensureerd plaatsen van een column waarin negatief werd geschreven over clubleden (http://www.caissa-amsterdam.nl/archiefmap/cn2016-03-440.pdf). Een aantal van jullie zal zich dat nog wel herinneren. Het was verbazingwekkend dat er zoveel verschil van interpretatie bestaat over wat vrijheid van meningsuiting eigenlijk inhoudt. Het begrip vrijheid is een ingewikkeld concept, dat heeft de Covid-crisis nog maar eens benadrukt. Het incident heeft mijn interpretatie in ieder geval niet aangetast: gewoon bezorgen die hap, onder alle omstandigheden en in welk orgaan dan ook. Uit respect voor schrijver én lezers.
Wat een onzin dat dit een te negatief bericht is! Ik vind dat de liefde voor schaak hier juist naar voren komt, aangezien kritiek wat mij betreft een vorm van liefde is. In plaats van zo’n stuk van de NRC aan ons voorbij te laten gaan, wordt er door Paul assertief protest geleverd met een tegenvoorbeeld van hoe je schaakleken wel kunt enthousiasmeren.
Het NRC stuk leest inderdaad erg chatGPT-achtig. Daar komen ze (nu nog) niet mee weg!