Zaterdag 26 november ontvingen we het enigszins gehavende DD, dat door het ontbreken van een aantal sleutelspelers met een flinke aderlating buurthuis Lydia moest betreden. Het verliet met een nog grotere kater het pand.
Aan bord 1 hield Alje overtuigend de toch niet misselijke tegenstander GM John van der Wiel in bedwang. Paul wist een minimaal voordeeltje om te zetten in een eindspel waarin hij zijn Edgar Blokhuis zo onder druk zette dat deze zich genoodzaakt voelde om iets te doen, waar hij geen vin had moeten verroeren. Arno speelde origineel tegen Werksma, maar kon uiteindelijk niet zonder risico onder een eeuwig dameruilaanbod uitkomen. Van Hans’ partij tegen Prakken heb ik niet veel meegekregen, maar erg prettig leek zijn stelling me die paar keer dat ik keek niet. Rob had helaas zijn dag niet en verloor van de alerte Dickhof zonder echt lekker in de partij te hebben gezeten. Robert bewees tegen Martijn Otten uit het goeie hout gesneden te zijn met een overtuigende overwinning in de theoretische krochten van de Botwinnik-variant. Marc stond tegen Jos de Waard de hele tijd beter met een prachtig Siciliaans paard op e5 in een dameloos middenspel. De technische afwikkeling was een kolfje naar Marcs hand. Juan leek een gave positionele partij te spelen, maar verloor onderweg toch ergens de controle, waarna tegenstander Ahlers het initiatief beslissend overnam. Gert-Jan berustte tegen Jan-Joost Lindner in een onduidelijke stelling in remise door eeuwig schaak.
Bij de stand 5-4 voor ons was er nog een partij gaande: Wunnink tegen de sympathieke Pool ?ukasz Korecki. Een dramatische partij waarin Wunnink dertien doden moest sterven om uiteindelijk zelfs goed tot gewonnen te komen te staan in een eindspel van toren en pion tegen paard en pion. Wunnink begreep de stelling iets te goed en dacht de toren voor de vrijpion te moeten zetten om zijn eigen pion te kunnen houden en toren tegen paard te voorkomen. Alleen vergat hij even dat hij daarmee 1 ply diep een volle kwaliteit weggeeft waarna het resterende pionneneindspel verloren zou zijn. Arno had me nog gemeld dat we met 5-4 voorstonden en dat remise dus genoeg is. Maar ik loop toch geen enkel risico? Niet als je geen torens weggeeft, maar na een grilling partijverloop was ik minder scherp dan ik dacht. De hele zaal zag het in de twintig langste seconden van de dag natuurlijk ook, maar gedroeg zich voorbeeldig en bleef keurig stil i.p.v. de verwachte oeh’s en aah’s te slaken. De net zo murw gespeelde Korecki zag dat na een halve minuut nadenken onder de omstandigheden niet, omdat hij in een andere modus verkeerde waarin het winnen van torens niet meer in zijn horizon voorkwam. Hierna kon Wunnink met de staart tussen de benen alsnog het punt in de wacht slepen en de voorsprong uitbreiden tot 2 punten. Einduitslag 6-4.
Dit grapje had ons de overwinning kunnen kosten en dat verklaart ook meteen de summierheid van dit verslag. Als ik van te voren had geweten het verslag te gaan schrijven c.q. eerder klaar was geweest, dan had ik veel gedetailleerder van alle partijen verslag gedaan. Nu zit ik mijn straf uit. De strenge doch rechtvaardige teamleader Arno wees mij aan als verslaggever. Wel het minste wat ik kan doen na de overwinning zo in de waagschaal te hebben gezet.
Uiteindelijk konden we erom lachen.” Foei Michaël, niet meer doen, hoor!”
Korecki, L.. (0) - Wunnink, M.. (0), 2011.11.26