Bord 1 tot en met bord 8 lagen aan het eind van de slachting door Almere aan gruzelementen, de spelers op apegapen, de borden opgebrand en verkoold. Met brandende toortsen en ratelende trommels verlieten de Heeren van Almere slagveld ‘Huize Lydia’.
Amechtig en hyperventilerend moest ons 12e team zich laten welgevallen met huid en haar opgegeten te worden en door stinkend rioolwater te worden weggespoeld de diepe duisternis in. Wat een theatrale pathos! Maar als je zo glorieus bent afgemaakt, rest mij slechts bombast en sentiment om het verslag met lichte ironie als een historische mijlpaal de grond in te slaan. Geen dageraad, geen glimp van één paradijselijke overwinning. We werden alleen maar achterna gezeten door irrationele schaakberen op de weg naar de overwinning.
Is er een aanvalsplan?
Als combinaties, (schijn)offers, dreigingen, druk, een ongunstige pionnenstelling of de afwikkeling naar een listig eindspel niet meer werken, dan hadden wij van Caïssa XII ons beruchte straatvechtersrepertoire in stelling moeten brengen. Maar ja, Almere hè…… wij gingen met compassie de strijd aan.
De lemen wal uit Almere was onneembaar, zowel vanuit een zwart als vanuit een wit perspectief onneembaar. Natuurlijk zijn er bij onze spelers tot ons voordeelstrekkende stellingen op het bord geweest. Writser, Jaap, Dick, André, Deborah, de kapitein, de correspondent, allmaal hebben ze volgens Fritz op plus 2 gestaan. En toch, en toch de Almerische overmacht was niet te weerstaan.
Het morele palet rukt op
Caïssa XII is een transgender manpowerwomen team, in te zetten om de tegenstander, zo nodig, in een erotisch labyrint te storten zoals Prospero in De Storm van Shakespeare samen met zijn luchtgeest Ariël doet. Ook het mannelijk potentieel van Caïsssa XII is getraind voor de schaakkneepjes van het straatschaak.
Maar neen, zo zijn wij niet. Wij zijn een edelmoedig en sportief team en dragen deze draconische tegenslag met opgeheven hoofden.
Een falend schaakarsenaal
Het openen van aanvalslijnen, efficiënte samenwerking van het loperpaar, giftig geurende zetten die tegenspel verhinderen, oprukkende bataljons langs vertikale en diagonale lijnen, de tussenzet, de penning en de tempodwang: al deze tactische technieken die de vijand tot overgave zouden moeten dwingen, zakten weg in het Almere-moeras.
De Katharsis
Nu Caïssa XII zo diep gevallen is, moeten wij ons gaan afvragen: ‘Wat is schaken eigenlijk?’
Net zo min als we kunnen zeggen wat de diepere schoonheid van het pareltje in het oorlelletje in Vermeers ‘Meisje met de parel’ is, zo kunnen we ook geen antwoord geven op de vraag ‘Wat schaken eigenlijk is’ en zodra iemand, en God moge dat verhoede, kan zeggen wat schaken is, zijn de magie, de inspiratie, de creativiteit, de schoonheid en haar psycho-pathologieën verdampt en opgelost. Het benoemen van een diepste transcendentale schoonheid –of het nu schaken of kunst is– is hopelijk onzegbaar.
Zelfs voor Bobby Fischer die dacht een potje schaak tegen God wel met remise te kunnen houden, toont hiermee de onzegbaarheid (zie hierbij ook zijn memorabele partijen). Wie wit of zwart zou hebben heeft Fischer er niet bij gezegd.
Het doek is gevallen
Almere heeft ons alles gegeven. Stukverlies, penning, onspeelbare paarden, blinde lopers, dolle torens, kleefmat, giftige vorken en getraumatiseerde dames en koningen.
Almere, Caïssa XII dankt u hartelijk.
Roel Polak