Het moet me toch even van het hart dat je in je laatste Caissa Nieuwsflits wel érg negatief bent over het toptoernooi in St.Louis en vooral over de vele remises die daar vallen.
Uitdrukkingen als “geschuif”, “de jus ontbreekt” of “Mag het wat gewaagder?” doen mij, die iedere dag opnieuw geniet van de geweldige partijen die ze daar spelen, pijn aan het hart. Heb je die fantastische zet 16.Ld5 wel gezien, Albert, waarmee Giri in de vierde ronde Vachier-Lagrave aan het wankelen bracht, zijn 20.Lxe6 waarmee hij een groot risico nam dat hem bijna fataal werd en waarna het een klein wonder was dat hij nog nét met remise wegkwam? Of die titanenstrijd tussen Aronian en Firouzja waarin zwart vanaf het begin iets minder stond, zich heroïsch verdedigde, maar in het verre eindspel toch door de onverzettelijke witspeler – inderdaad – weggeschoven werd?
Ach, beste mensen, ze spelen zo goed. Met zoveel creativiteit, zoveel energie, zo’n enorme vastberadenheid ook. En dat iedere dag opnieuw. Ze kunnen het tenslotte ook niet helpen dat ze aan elkaar gewaagd zijn, dat het op dat niveau zo ontzettend moeilijk is om een partij te winnen. En wat maakt het ook eigenlijk uit hoe een partij afloopt? Als er maar iets gebeurt. En er gebeurt zo veel.
Albert, uiteraard heb je het volste recht op je eigen mening. Dat respecteer ik, zoals ik ook jou als mens ten zeerste respecteer. Maar iedere mening roept een tegenmening op, ieder geluid een tegengeluid. Zo gaat dat in de politiek, zo gaat het overal. Ook jouw visie ontkomt daar niet aan. Maar het schaakspel zelf is weerloos, kan zich niet verdedigen. Daarom heb ik dat maar gedaan. Het voelde als mijn plicht. Want wie eenmaal 16.Ld5 heeft gezien kan over zulke dingen niet zwijgen.
Paul van der Sterren