De conclusie van Martin [Bottema, red.] dat al onze teams zich hebben gehandhaafd is misschien iets te voorbarig. Zie het voorstel om in de Meesterklasse de laatste drie ronden in één weekend (welk weekend?) te verspelen. Daar gaan wij natuurlijk tegen stemmen. Ons eerste wil zich graag nog eens negen keer laten afslachten.
Van 6 t/m 14 maart heb ik (zo ongeveer voor de 30e keer) meegedaan aan het Open toernooi te Bad Wörishofen (Zuid-Duitsland). Open toernooien beginnen voor mij vrijwel altijd op dezelfde manier. In de eerste ronde mep ik een knoeier van het bord hetgeen in de tweede ronde wordt beloond met een partij tegen een grootmeester. Dit keer was dat Burmakin (2514). Ik zou zelfs bij benadering niet kunnen zeggen hoe vaak ik tegen grootmeesters heb gespeeld maar het loopt eigenlijk altijd fout af. Ze zijn gewoon te sterk. Een aantal keren remise, de overwinningen zijn op de vingers van één hand te tellen.
Jaren geleden had ik al eens tegen Burmakin gespeeld. Toen en nu schoof hij mij puur op techniek van het bord.
Bij de opening was ons verzocht elkaar voor en na de partij geen hand te geven. We spelen daar met zo’n kleine 300 man. Normaal hoor je dan voortdurend kuchen, hoesten of proesten. Het viel mij op dat het nu steeds doodstil was, er kon geen kuchje af. In de vierde ronde waren we ongeveer drie uur bezig toen de wedstrijdleider opeens in de microfoon begon te spreken, het galmde door de zaal, ik verstond er geen woord van. Ik zag mensen de zaal uitlopen en dacht: we moeten stoppen, het toernooi wordt van hogerhand verder verboden. Toevallig zat ik naast een Nederlander, Luc Zimmermann uit Voerendaal (ik kende hem niet). Hij vertelde dat de wedstrijdleider had verzocht met de partijen te stoppen omdat een van de deelnemers een hartaanval had gekregen.
Twee dagen later hoorden we dat hij in het ziekenhuis was opgenomen en dat het naar omstandigheden goed met hem ging. De partijen zijn ook hervat.
Na acht ronden was ik zeer tevreden met 5 uit 8 tegen een gemiddelde tegenstand van 2170 (ongeveer mijn eigen rating). In de laatste ronde moest ik tegen
FM Sandi Stojanovski (2209). Vroeger kwam zo iemand gewoon uit Joegoslavië. Tegenwoordig kijk je niet gek meer op als hij uit Denemarken blijkt te komen.
Ik had zwart, kwam steeds beter te staan en kreeg winstvisioenen. In plaats van remise aan te bieden die hij graag had geaccepteerd, bleef ik drukken hetgeen op de 68e zet tot de onvermijdelijke 0 leidde. In plaats van met 20 ging ik met ‘slechts’ 10 elopunten winst naar huis. Het schaakleven kan hard zijn.
Op zondag in de auto naar huis (ik kan iedereen aanraden op zaterdag of zondag in Duitsland te reizen, geen vrachtwagen op de weg, scheelt een slok op de borrel) hoorden we dat in Nederland restaurants en scholen dicht gingen. We waren dus net voor de bui binnen.
Zo, jullie zijn helemaal bijgepraat. Houd je haaks en aan de voorschriften (tante Betje).
Tot ziens,
Günther