Gefeliciteerd redactie en stukkenschrijvers voor het prachtige clubblad dat ik in de brievenbus mocht ontvangen. Prima layout, goede artikelen, mooie foto's, voldoende humor en ook nog eens op luxe papier!
We worden verwend!
De combinaties van de leden waren vermakelijk en ook de menselijke kant ontbrak niet.
Toch zat er een klein randje aan, zoals een knoestige boer die gaat trouwen en zich piekfijn heeft verzorgd en zich in een mooie gehuurde tuxedo naar het altaar begeeft, alwaar zijn toekomstige bruid hem bij het ringenschuiven bevreemd aankijkt als zij nog wat vuile aarde onder zijn nagels ziet zitten.
Zo ook voelde het toen ik op pagina 14 een diagram zag van mijn “Plofkraak” partij. Daar was bij het opzetten van de stukken waarschijnlijk ietsje teveel in het glaasje gekeken. Nu stond de dame op D3 niets te doen, en de witte h2 pion en de zwarte h7 pion waren er van tussen.
Daardoor was de plofkraak gedegradeerd tot Sofkrak. Klein smetje en maakt het clubblad niet minder mooi. Hierbij nog even de juiste diagramstelling:
ORDERRRRR!!! ORDERRRRRRRRRRRRR!!
Sinds ik in augustus met pensioen ben gegaan heb ik ietsje meer tijd om over schaken na te denken en wilde mijn openingsrepertoire en algemene schaakkennis proberen te verhogen.
Dus heb ik het Grünfeld Indisch, het Schots, de Polugajewsky Najdorf (speelde ik 30 jaar geleden regelmatig!), Siciliaans met 2. f4 en ook Gesloten Siciliaans aan mijn repertoire toegevoegd. Ook heb ik wat Koningsgambiet en vooral Lopergambiet (1.e4-e5, 2 f4 gevolgd door Lc4) bekeken met het idee zelf het strijdtoneel te kiezen en niet in al te uitgebreide theorie te verzeilen waar wij als gewone stervelingen toch niet zien waarom welke zet beter is dan de ander en al snel een verkeerd gevoel van veiligheid/onzekerheid krijgen.
Tatasteelchess weekendvierkampen 2020
Zo was er laatst een artikel op de Caissa website over een partij met het Koningsgambiet waarin werd gesteld : “Koningsgambiet, dat wordt hakken!”. Nou ik heb het idee dat het Koningsgambiet bij accuraat spel van zwart best wel een ‘positionele opening’ is en geen ‘free for all worstelpot’, maar mijn eerste partij van het Tatasteel weekendvierkamptoernooi “proved different”.
Hoewel ik vreemd genoeg niet bekend sta als een verfijnd positioneel weefgetouw, meen ik dat de chaos tijdens mijn partijen vaak een hogere wiskunde in zich hebben (als ik die tenminste zelf zou kunnen zien😊).
De befaamde John Simon Bercow als spreekmeester van het Brits Parlement placht altijd waanzinnigen als Theresa May en Boris Johnson tot de orde te roepen met de zaalschallende uitroepen “Order, Order, Orrderrrrrr”. Dat zou pas een goede schaaktrainer voor me zijn😊. Tevens een partijtje met de good old Kings Indian waarin order meestal niet de hoofdrol speelt maar wel een heel groot thema is binnen deze edele opening.
Mijn eerste partij in de weekendvierkampen was tegen een jonge dame en net als in Haarlem waar de jeugd (Alisia Warnaar) geen raad wist met de oude Polugajewsky bleek ook mijn tegenstandster uit de eerste ronde net als alle wat jongere schakers wel het koningsgambiet te kennen maar het lopergambiet, dat is toch allang weerlegt en speelt niemand toch meer? Tot mijn grote genoegen dat onze vriend pianist Roel van Duin dit Lopergambiet als lijf-opening gebruikt dacht ik “dat zit wel goed, toch?” en dus in opdracht aan Roel, Lopergambiet!
Overigens had ik voor het begin van het toernooi met mezelf afgesproken na promotie van afgelopen jaar naar groep 2 is anderhalf uit drie acceptabel tegen sterkere tegenstanders, toen plots de gong klonk, wat heet klonk, eerder KLONNNNNNNKKKK? De vereerde gongslager had blijkbaar 140 push ups gedaan en 3 maanden krachtvoer gegeten want na veertien zetten trilde ik nog na. Seismografische analyse van mijn notatieformulier kan daarvan getuigen.
Mijn tegenstandster in de eerste ronde was een hele sympathieke langharige blonde jonge vrouw met van die diepblauwe ogen die je aankeken van achter haar ontspiegelde brillenglazen met een blik van “ik ben heel aardig maar ik ga je compleet opvreten en je gaat jankend naar huis!”.
Tot overmaat van ramp gaf ze me bij het begin van de partij ook een hand die enigszins omlaag gebogen was en week/slap aanvoelde (dat alles ter verdoezeling van de ware vraatzucht natuurlijk). Ik stond bijna op het punt om inderdaad met tranen in de ogen mijn koffers te pakken toen ik me besefte dat mijn twee broers en ik hier met een missie waren: we doen het beter dan vorig jaar! Dus weg met dat oogvocht en vooruit, de dood of de gladiolen:
Lopergambiet! (For as much as to show them)
lessmann, francis (2026) -
biemans-braggaart, leonore (2123),
2020.01.12
En deze tweede partij uit het Tatasteel zou ik willen opdragen aan twee clubleden: Rob Witt (de man tegen wie ik in de KI een score van 86-0 in mijn nadeel denk te hebben, iemand die het dus echt snapt!) en Ron Hofmann, onze eigenste Black KID, altijd in het zwart gekleed en Konings-Indiër expert/adept. Altijd de KI overschattend en zichzelf onderschattend, maar het Konings Indisch blijft een fantastisch mooie opening voor wit en zwart!
Verkooijen, frank (2045) -
lessmann, francis (2026),
????.??.??
Aangekomen op zaterdag 2 november in de Meevaart bleek dat we (het vierde) moesten spelen in de theaterzaal. Nou, de theaterzaal, dat belooft wat, spektakel, applaus van duizendkoppig publiek, ik als gevierd schaker (of was het gevierendeeld?) in de arena en ik kreeg er al meteen veel meer zin in.
Dat werd allengs wat minder toen ik de zaal betrad en daar 4 teams op elkaar gepropt met jassen op de stoelen zaten en onduidelijkheid heerste over wie waar zat of moest zitten en of we al konden beginnen en “Heeft de wedstrijdleider al geschreeuwd dat de mobi’s auss mussen”. Het is geen pretje nog dichter als een kerstboomkluit op je collega-wortel gepropt je schaakkunsten te moeten vertonen. Het derde zwoegt om de punten bij elkaar te harken en het vijfde team probeert het tij zwaar-hijgend te keren, al met al geen entourage om de lucht vers te houden. Misschien moeten na de boeren, het bedrijfsleven en de auto-industrie ook de schakers naar het Malieveld om subsidie te krijgen voor het inperken van hun CO2 uitstoot.
Mannen (en 1 vrouw) die tegen elkaar aan schurften als sardines maar dan zonder aangename versoepelende oliën, stoelen die piepen, kraken en knallen, de geur van transpiratie die doet denken aan Oost-Europese zichzelf bewust niet wassende premiejagers die destijds geld kwamen halen op alle westerse schaaktoernooien en … o nee, stop de gedachtenstrengen: we moeten gaan zitten en de opstellingen worden voorgelezen met de gebruikelijke spel-, lees- en uitspraak fouten.
Mijn tegenstander is een aardige man, die een grapje maakt over zijn naam (Freer, wat volgens hem in het Amerikaans een vrijere man betekent) en ook de mijne (Lessmann, die vast minder man is). Aardige man, maar schakers die met een petje achter het bord verschijnen roepen bij mij menig keer onterechte associaties op met petjesvolk en de arbeidersklasse, het burka-verbod en andere gezicht bedekkende kleding en hoeveel elektronische apparatuur er al niet in zo’n petje past. Gelukkig heb ik mijn mobiel al afgegeven aan de wedstrijdleider en hoeft er geen controle plaats te vinden en dan zegt de wedstrijdleider “Prettige wedstrijd”. Plots zitten bijna alle schakers als bewegingsloze zoutzakken achter het bord: de macht van zo’n wedstrijdleider is adembenemend en in staat om mijn medespelers als de vrouw van Lot bij de vlucht uit Sodom en Gomorra te doen verstenen. Bij mij als ik iets probeer te zeggen kijkt meestal iedereen meteen de andere kant op. T’is in ieder geval iets, nietwaar? Maar nu dan de partij, nog zonder analyses.
lessmann, francis (2028) -
freer, rob (1828),
2019.11.02
“TSJONGEJONGEJONGEJONGEJONGE”.
Ongelijksoortig materiaal of hoe een dramaseizoen enigzins werd gered.
"TSJONGEJONGEJONGEJONGEJONGEJONGE". Dat waren de exacte woorden van een meewarig het hoofd schuddende Jack Blanchard direct na afloop van mijn partij in de match Caissa II - Laurierboom Gambiet 1. Hij had op bord 2 gedwongen de hele middag mijn bizarre partij tegen Mark Kremer moeten aanschouwen. Gelukkig beschermde zijn zonnebril hem tegen al teveel hoornvlies schade, want het was een volslagen losgeslagen zooitje op bord 3 tegen Laurierboom Gambiet, met twee torens tegen 4 lichte stukken, een hoop pionnen, sterke paarden die zwak werden en zwakke die sterk werden en nog veel meer geneuzel. Laurierboom kon kampioen worden als ze wonnen van Caissa II. Zukertort Amstelveen II was de andere kanshebber met 1 matchpunt minder. Mijn seizoen was tot nu toe het meest dramatische ooit: zes nullen en met 1 1/2 uit acht was stoppen met schaken dichterbij dan ooit.
kremer, mark (2176) -
Francis Lessmann (2046),
2016.04.23