Stelling van de week
door

Wit speelt en wint

Een stelling tussen Garry Kasparov en Nigel Short, Zurich 2001, die behandeld wordt in het boek van Jacob Aagaard "Attacking Manual 1". Hierin wijdt Aagaard een hoofdstuk aan de zwakste schakel. Het hoofdstuk heet dan ook "Hit 'em where it Hurts". Centrale vraag bij deze stelling is: "Wat is de zwakste schakel of het zwakste veld in de zwarte stelling en hoe vallen we die aan?". Een terecht eerbetoon van fan Aagaard aan Kasparov en ik doe hem dunnetjes na. Wil je een hint over de zwaktste schakel in deze stelling, lees dan eerst het begin van de "lees meer"-pagina.

Als we de zwarte koningspositie analyseren blijkt veld g7 de zwaktste schakel te zijn. Waarom? Ten eerste wordt dit veld (deze pion) alleen verdedigd door de koning en -heel belangrijk- kan op de volgende zet niet door een ander zwart stuk verdedigd worden! (Tenzij zwart harakiri pleegt door zijn loper op e7 naar f6 te spelen). Veld f7 (ook vrij zwak) is niet de zwakste schakel omdat dit veld door Ld8 (indirecte verdediging) of Ph8 beter verdedigbaar is. Aagaard wijst er verder fijntjes op dat de loper op c1 dezelfde kleur heeft als veld g7, dus in de aanval kan worden betrokken.

Mocht je na deze aanwijzingen een clou hebben, dan raad ik je aan eerst verder te puzzelen en de oplossing nog even te laten wachten.

Oplossing: 1. Lh6, gxh6; 2. Dd2, f5. Zwart probeert mat te voorkomen, maar nu komen de andere zwaktes aan het licht. 3. exf6, Ld8; 4. Dxh6, Ta7 (of andere desperate zetten); 5. Pg5, Dxb5; 6. f7+, Txf7; 7. Pxf7

 

Stelling van de week
door

Wit speelt en wint


Een prachtig (en zeer lastig) eindspel dat behandeld wordt in "Chess for Zebras" van Jonathan Rowson. Leerzaam ook. Wat zou jij spelen?

Wit heeft verschillende opties, maar wat is de beste strategie? Na Lb5 ruilt zwart de lopers en vervolgt met b6. De witte koning kan dan niet meer doorbreken in het vijandelijke kamp. Althans, dit is zo als  wit direct Lb5 speelt. Misschien moeten we deze mogelijkheid in ons achterhoofd houden (voor later als een stelling ontstaat waarin dit idee ons wel verder kan brengen!).  Bijvoorbeeld als de beide b-pionnen er niet meer zouden zijn…. Dan is Lb5 wel interessant. Zwart hoeft de lopers niet te ruilen in die situatie, maar is dan wel in zetdwang. (zie diagram 2)  Vanuit diagram 2 kan zwart de loper offeren door Kg8. Is dat voldoende voor de winst van wit?

Ja, omdat wit later zijn loper kan offeren voor pion d5 en na e6 met zijn koning op e5 terecht kan.(zie diagram 3)

Dus welke conclusie kunnen we trekken? Dat wit moet proberen de b-pionnen af te ruilen om daarna middels Lb5 zwart in tempodwang te brengen. Nu is de oplossing nabij:
1. b4 axb4 (1… b6  2. bxa5 bxa5 3. Bb5 Kf8 4. Kc2 Kg8 5. Bxe8 Kf8 6. Bc6 Kg8 7. Kd2 Kf8 8. Ke3 Kg8 9. Kf4 Kf8 10. Bxd5 exd5 11. e6 fxe6 12. Ke5 Kf7 13. Kd6) 2. Bc2 (2. a5 Ba4 3. Kb2 (3. Bc2 Bb5 4. — Bc4) 3… Kf8 4. Bc2 Bxc2 5. Kxc2 Ke8 6. Kb3 Kd7 7. Kxb4 Kc6 8. Ka4 Kd7 9. Kb5 Kc7 $11 10. Kc5 Kd7 11. Kb6 Kc8 12. a6 bxa6 13. Kxa6 Kc7 14. Ka7 Kc8 15. Kb6 Kb8 16. Kc6 Kc8 17. Kd6 Kd8) 2… Bc6 3. Kb2 b6 4. Kb3 Kf8 5. Kxb4 Ke8 6. a5 bxa5+ 7. Kxa5 Kd8 8. Kb6 Be8 9. Kc5 Kc7 10. Bd3 (en zwart is in zetdwang, bijvoorbeeld) Bc6 (10… Kd8 11. Kd6) (10…Kd7 11. Bb5+ Kd8 12. Bxe8 Kxe8 13. Kc6 Kd8 14. Kd6 Ke8 15. Kc7 Kf8 16. Kd7 Kg8 17. Ke7) 11. Bxg6. Dit is de laatste finesse, die je waarschijnlijk ook in het begin al even hebt overwogen.

Deze eindspelstudie is een goed voorbeeld van hoe we verschillende ideeeen (namelijk 1. koning moet het territorium van zwart binnen, 2. Loper op b5 kan in een specifieke situatie winnend zijn, en 3. Lxg6 kan in een specifieke situatie winnend zijn) moeten kneden zodat ze “samen vallen”. Afzonderlijk brengen ze ons niet tot winst, maar door ze in de juiste volgorde toe te passen, is winst mogelijk. Voor wie dit samenbrengen van verschillende ideeen (een belangrijke kwaliteit bij een sport als schaken) wil oefenen, is “Chess for Zebras” een aanrader.

diagram 2

Stelling van de week
door

Zwart aan zet maakt remise


Deze stelling is niet goed voor zwart. Wit heeft te veel pionnen voor de kwaliteit en met name pion f6 staat dreigend voor zwarts koning. Hoe redde zwart een half punt?

Oplossing:
1…,Txh3+; 2. Kxh3 (anders slaat zwart de loper), De6+, Dxe6 en zwart staat pat.

 

Stelling van de week
door

Wit aan zet wint


Deze week een klassiek motief, dat tot de standaardbagage dient te horen van iedere speler die hogerop wil. Met Dxh5 herstelt wit fijn het materiele evenwicht, maar zit er voor hem nog meer in het vat als zwart dan f5 en daarna Lf6 antwoordt? Zo nee, wat kan wit hier dan wel spelen?

Mocht je er niet zijn uitgekomen, dan de volgende hint: dubbel loperoffer. Dit is een bekend motief dat de verdediging rond de zwarte koning volledig stript, mits wit zijn aanval op tijd kan voortzetten met bijvoorbeeld torenzetten.

Oplossing:
1. Lxh7+, Kxh7; (op Kh8 volgt Dxh5 met mat in enkele zetten) 2. Dxh5+, Kg8; 3. Lxg7, Kxg7; 4. Dg4+, Kh7; 5. Tf3, e5; 6. Th3+, Dh6; 7. Txh6+, Kxh6. 8. Dd7 en zwart verliest een loper.

We zien hier dat wit met Tf3 op tijd zijn toren bij de aanval kan betrekken. Dit is belangrijk omdat wit anders niet meer heeft dan eeuwig schaak. Maar zelfs na Tf3 blijkt zwart zijn dame te kunnen offeren voor een toren en omdat wit al twee lopers geofferd heeft, is de uitkomst nog niet zeker. Het getuigt dan ook van meesterschap dat Lasker 8. Dd7 vooruit zag, waardoor het eindspel eenvoudig te winnen is.

 

Stelling van de week
door

Wit aan zet geeft mat

Een van de bekendste en fraaiste matwendingen uit de schaakgeschiedenis. Dit is zo'n stelling die niet volledig uit te rekenen valt (althans, door mij zeker niet), maar waar de intuitie een rol speelt. Juist als je niet volledig zeker bent van het verloop, moet je soms je intuitie volgen en risico's nemen.
Zwart dreigt bijvoorbeeld d6 en Pd7 om zijn ontwikkeling te voltooien en wit's Pxf6+ heeft weinig zin, want na gxf6 wordt de h-pion gedekt door zwarts dame op e7. Brute kracht dan maar?

Bovenstaande overwegingen bracht Eduard Lasker (geen familie van de bekende Emmanuel Lasker) op het volgende opmerkelijke dameoffer om de zwarte koning letterlijk uit zijn hol te roken.

Oplossing:
1.Dxh7+, Kxh7; 2.Pxf6+, Kh6 (of Kh8 met mat door Pg6); 3.Peg4+,Kg5; 4.h4+ (ook f4+ blijkt te voldoen),Kf4; 5.g3+,Kf3; 6.Le2+, Kg2; 7.Th2+,Kg1; 8.0-0-0#

Tja, mat door rochade. Dit is toch niet te geloven?

Ik wil op deze plaats H.Bouwmeester citeren die naar aanleiding van dit fragment schreef: “Met het dame-offer 1.Dxh7+ verbrandt wit alle schepen achter zich. Wanneer de zwarte koning niet mat loopt, is wit met zijn dame achter reddeloos verloren. Anders dan met de tactische wending, die op elke moment in de stelling kan worden gelegd, geeft de algemene positie duidelijk het tijdstip aan, wanneer er gecombineerd kan worden. Er komt in iedere aanval een moment waarop het doen van nog meer voorbereidende zetten juist het tegendeel bereikt van wat men beoogt. De verdediging gaat veel sneller in kracht toenemen dan de aanval. De aanval wordt afgeslagen, en een van de typische facetten van het schaakspel is, dat de dan ingezette tegenaanval veel sneller tot zijn doel voert dan de aanval zelf.”

 

 

Stelling van de week
door

Zwart aan zet wikkelt af naar een gewonnen eindspel


Een prachtige stelling deze week, te vinden in een van de beste openingsboeken die ik ken: "Starting out: Sicilian dragon" van Andrew Martin. Hoe kan zwart zijn ruimtevoordeel, half open f-lijn en goed geposteerde stukken gebruiken om een gewonnen eindspel te bereiken?

 

Oplossing:
1…,Pxf2!!; 2.Lxf2,Txf2; 3.Dxf2,Pg4; 4.Dxd4,Lxd4+; 5.Kh1,Pf2+; 6.Kg1,Pxe4+;
Martin omschrijft het in zijn boek als volgt: “Black is starting to enjoy himself and will emerge two pawns ahead.” 7.Kh1,Pf2+; 8.Kg1,Pxd3+; 9.Kh1,Pxe1

Als de wieken van een windmolen grijpt het paard eerst twee pionnen voordat het ook wits toren slaat. Hier zien we dus een voorbeeld van repeterend aftrekschaak, dat bekend staat onder de naam ‘Molen’. Het eindspel levert zwart 2 pluspionnen op en de winst mag niet al te lastig zijn. Dit alles gebeurde in een Siciliaanse partij tussen Schmaltz en Vouldis, 2002.

 

De hele partij verliep als volgt:

1. e4 c5 2. Nf3 d6 3. d4 cxd4 4. Nxd4 Nf6 5. Nc3 g6 6. Be2 Bg7 7. O-O O-O 8. Nb3 Nc6 9. Re1 Be6 10. Bf1 d5 11. Nc5 d4 12. Nxe6 fxe6 13. Nb1 Ne5 14. Bf4 Nfg4 15. Bg3 d3 16. cxd3 Qd4 17. Qe2 Nxf2 18. Bxf2 Rxf2 19. Qxf2 Ng4 20. Qxd4 Bxd4+ 21. Kh1 Nf2+ 22. Kg1 Nxd3+ 23. Kh1 Nf2+ 24. Kg1 Nxe4+ 25. Kh1 Nf2+ 26. Kg1 Nd3+ 27. Kh1 Nxe1 28. Nd2 Nc2 29. Rc1 Ne3 30. Be2 Rd8 31. Nf3 Bb6 32. h3 h6 33. b4 Kg7 34. a4 Nd5 35. a5 Be3 36. Rc4 Kf6 37. g3 a6 38. h4 Ba7 39. Kh2 e5 40. Kh3 Bb8 41. Nh2 h5 42. Nf3 Ne3 43. Rc3 Nd1 44. Bxd1 Rxd1 45. Rc8 Bd6 46. Ng5 e6 47. Re8 Be7 48. Rh8 Kf5 49. Rh7 Bxg5 50. hxg5 e4 51. Kg2 Rd2+ 52. Kf1 Kg4 53. Rxb7 Kxg3 54. Rb6 h4 0-1

Stelling van de week
door

Wit aan zet wint

Maak je borst maar nat. Wit staat beter, de zwarte koning is in gevaar. Maar is het al te laat? Een hoogtepunt uit het oeuvre van het betere gooi- en smijtwerk. Komt overigens uit de partij Wahls-Bjarnason, 1985.

Oplossing:
1.Ta8+,Kxa8; 2.Da1+,Kb8 (Kb6); 3.Da7+,Kxa7; 4.Pc6+,Ka8 (Ka6); 5. Ta1

 

Stelling van de week
door

Wit aan zet wint

Een partijfragment uit Tartakower-Yates, 1929. Tartakower verzuimde hier de winnende voortzetting. Een mooie gelegenheid om te onderzoeken of jijzelf de stelling beter beoordeelt dan de oude grootmeester. Zie jij de oplossing wel? Zo onwaarschijnlijk en moeilijk is deze combinatie namelijk niet!

Oplossing:

1.Lxf7,Kxf7 (Dxf7; 2.Ph6+)
2.Ph6+,Ke6 (Kf8; 2.Dh8#)
3.f5+,gxf5
4.exf5#

In de partij zag Tartakower deze voortzetting niet, speelde Ph6+?! en nam, boos op zichzelf na deze gemiste kans, genoegen met remise na 1… Kh7; 2.Pxf7,Dc5; 3.Pg5+,Kh6; 4.Pf7+,Kh7; 5.Pg5+

 

Stelling van de week
door

Wit aan zet wint

Een vrij moeilijke maar geforceerd winnende stelling voor wit uit de partij Khalifman-Serper, 1994. Hoe kan wit een doorbraak naar de vijandelijke koning forceren? Ikzelf vond de oplossing niet, maar genoot wel van het gluren naar de brute kracht die Khalifman laat zien. En er valt ook wat te leren over geforceerde zetten!

Oplossing:
1.Txb7,Kxb7; 2.Txc7,Kxc7; 3.Dxa7,Kc8; 4.d6 en mat volgt.

Is dit nou een voorbeeld van “Je ziet het of je ziet het niet”? Of kun je leren zoiets te zien? Volgens Charles Hertan in ieder geval wel. Hij adviseert in zijn boek “Forcing Chess Moves” om altijd eerst de meest geforceerde zetten na te gaan, hoe onwaarschijnlijk ze ook lijken. Als je deze regel hier toepast, zou je het hebben gezien, want er zijn geen zetten die nog geforceerder tot mat leiden. Bovendien moet wit nu toeslaan want anders krijgt zwart zijn verdediging op orde.