zwart aan zet wint
De stelling lijkt aan beide partijen kansen te bieden. In het boek 'Forcing Chess Moves' (Hertan), moeten we in principe eerst naar forcerende zetten zoeken, zelfs als wit heel dreigend naar pion d5 kijkt. En zwart (aan zet) heeft in deze stelling een geforceerde winst! Hoe dan wel?
Oplossing:
De meest forcerende zet in deze stelling is 1…Th2+! Wit heeft dan ‘slechts’ 2 zetten tot zijn beschikking: 2.Pxh2 en 2.Kxh2. Op Pxh2 volgt Dg2 mat en op Kxh2 volgt 2…Dxb2+ 3.Kh1,Dxc1+ 4.Kg2,Dg1+ 5.Kf3,Df1+ en wit gaat kopje onder.
wit aan zet geeft mat
De witte loper staat op de altijd gevaarlijke a2-g8 diagonaal, maar de b1-h7 diagonaal is in deze positie nog aantrekkelijker. Is Ld3 daarom een goede zet?
Oplossing:
1.Pf6+,Lxf6; 2.Ld3,Te8 (wat anders? Maar nu volgt een bekend matthema); 3.Lxh7+,Kh8; 4.Lg6+,Kg8; 5.Dh7+,Kf8; 6.Dxf7 mat.
Op direct Ld3 kan zwart f5 spelen en is het nog niet gedaan. Wit offert daarom zijn paard voor een dodelijke blokkade.
wit aan zet wint
Een niet al te moeilijke stelling Uit de oude doos, Polugajevski-Szilagyi, Moskou 1960. Wit staat beter en kan het pleit in een paar zetten beslechten. Hoe speelde Polu dit uit?
Oplossing:
1.Tg1+,Kh6; 2.Lf8+,Txf8; 3.Td3
Een mooie rerouting van de witte toren op d7 via d3 naar h3.
zwart aan zet wint
Een dreigende druk van zwart met zijn onweerstaanbare pion op d2. Maar zonder een tactische wending lijkt het niet te gaan lukken. Hoe speelde zwart naar winst in deze correspondentiepartij tussen Miller en Omholt Jensen uit 1984?
Oplossing:
1… Dxf1+; 2.Dxf1,Lf2! Wit kan de dreiging Txf1 gevolgd door Le1 alleen pareren door Zijn dame en toren te geven, waarna zwart een loper meer heeft.
Wit aan zet wint
De eerste ingeving in deze stelling is om ofwel de aangevallen loper op h3 af te ruilen of terug te trekken naar g2. Maar heeft wit niet beter?
Oplossing:
1.Pg6,Ph7; (fxg6; 2.Lxe6+ en wint)
2.Txe6,fxe6; (fxg6; 2.Txd6 en wint)
3.Dxd8!,Dxd8;
4.Lxe6 mat
Dit partijfragment komt uit de partij Taimanov-Kuzminikh, Sovjet-Unie, 1950.
Wit speelt en wint
In de tijd dat Fischer furore maakte was de vrij onbekende Parma een lastige tegenstander voor hem. De stelling van deze week had in hun onderlinge partij uit 1961 kunnen voorkomen als Fischer onoplettend was geweest en in plaats van Tg8 de zet h6 zou hebben gespeeld (zie diagram). Hoe zou Parma (met wit) de latere wereldvreemdeling dan hebben kunnen aftroeven?
Oplossing:
1. Tg3+,Kh7; 2. Lg6+!,Kg7; (op fxg6 volgt Txg6 met mat op h6)
3. Lh7!!,Kxh7; 4. Th3 en mat volgt.
De werkelijke partij tussen Parma en Fischer eindigde in remise.
Wit aan zet wint
Deze stelling komt uit de partij Aagaard-Almasi, Budapest 1996.Wit heeft de lopers en de dame op de zwarte koningsvleugel gericht. Er zijn een aantal redelijke zetten voor wit, maar eentje is beter dan de rest. Welke is dat en waarom?
Oplossing:
1. Te3! Waarom is dit de beste zet? Laten we eerst de zwaktes van zwart beoordelen. Paard f6 is dringend nodig op dat veld en mag niet zomaar weggespeeld worden. Bijvoorbeeld 1.Te3, Pd5. Dan Offert wit zijn dame en is het uit: 2.Dxh7+,Kxh7; 3.Th3+,Kg8; 4.Th8 mat. Een bekend dameoffer, mogelijk gemaakt door de sterke witte loper die de a1-h8 diagonaal bestrijkt.
Verder wordt het paard op f6 maar matig verdedigd door de zwarte loper op e7 en kan alleen nog extra verdedigd worden door de koning op g7 te plaatsen. Niet prettig voor zwart, want dan pent ie zijn eigen paard.
Conclusie: aanvallen dat paard. De partij verliep als volgt: 1.Te3,h5; (dit lijkt het mat te voorkomen.) 2.Dh4 en zwart gaf op. Het is uit, bijvoorbeeld: 2…,Pd5 3.Dxh5!,gxh5; 4.Tg3 en mat.
Wit aan zet geeft mat
Een stelling waar positionele overwegingen niet meer tellen. Wit moet het nu gewoon afmaken, want zwart valt met zijn dame twee witte torens aan. Kun je de geforceerde matstellingen uitrekenen en voor je geestesoog zien?
Oplossing:
1. De6+, Tf7; (of Kh8; 2. Pg5+, gxh6; 3. Dxh6+, Kg8; 4. Dh7 mat)
2. De8+, Tf8; (of Txe8; 2. Txe8+, Tf8; 3. Txf8 mat)
3, Pf6+, gxf6; 4. Dg6 mat