Probleem van de week
door

Wit geeft mat in 5 zetten. (S. Loyd, Chess Monthly, 1859)

probleem001
Dit is de start van een nieuwe wekelijkse rubriek over probleemstellingen. Ik zal in de loop van het jaar meer vertellen over dit wereldje, over de thema's waarvan de componisten gebruik maken en hoe deze stellingen je schaakinzicht kunnen vergroten.

We gaan meteen het diepe in met een 5-zetter van Samuel Loyd uit 1859. Meer hierover en de oplossing staan op de 'lees meer'-pagina.

Je zou misschien verwachten dat een 5-zetter moeilijker is als een mat in 2. Maar dat is meestal niet zo. Voor 5 en meerzetters heeft zwart meestal maar 1 antwoordmogelijkheid op de sleutezet van wit. In feite is er dus maar een enkele hoofdvariant, terwijl bij 2- en 3-zetters er in de regel meer zetvarianten zijn voor zwart op de sleutelzet van wit.  Nu heeft bovenstaande probleemstelling inderdaad geen zijvarianten, maar is desondanks een lastige puzzel omdat wit wel heel bijzonder moet spelen om mat in 5 te geven. Ik raad je aan om niet langer dan een uur te puzzelen, want dan kan de frustratie aardig toeslaan kan ik je uit eigen ervaring meedelen. Daar staat tegenover dat het moment dat je de oplossing ziet een COMPLETE AHA-ERLEBNIS is. Er zal een fijne lach op je gezicht verschijnen over de prachtige finesse. Bovenstaande probleemstelling is geschikt voor iedereen boven de 1700 ELO, maar zelfs 2200-spelers kunnen er een puntje aan zuigen.

 De oplossing:

 1. Taf2,a4; 2.Kd2,a3; 3. Ta1,a2; 4. Ke1,Lxf2+; 5. Kxf2